vervoeging van de bedrijvende vorm van overtekenen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | overtekenen | over te tekenen | ||||||||
toekomend | zullen overtekenen over zullen tekenen |
te zullen overtekenen over te zullen tekenen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben overgetekend | te hebben overgetekend | ||||||||
toekomend | overgetekend zullen hebben | overgetekend te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
overtekenend | overgetekend | ev. teken over |
mv. verouderd tekent over |
tekene over (bijzin) overtekene | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | teken over | tekent over | tekent over | tekent over | tekent over | tekenen over | tekenen over | tekenen over | |||
verleden (o.v.t.) | tekende over | tekende over | tekende over | tekende over | tekende over | tekenden over | tekenden over | tekenden over | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal overtekenen | zult/zal overtekenen | zult/zal overtekenen | zult overtekenen | zal overtekenen | zullen overtekenen | zullen overtekenen | zullen overtekenen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou overtekenen | zou overtekenen | zou(dt) overtekenen | zoudt overtekenen | zou overtekenen | zouden overtekenen | zouden overtekenen | zouden overtekenen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | overteken | overtekent | overtekent | overtekent | overtekent | overtekenen | overtekenen | overtekenen | |||
verleden (o.v.t.) | overtekende | overtekende | overtekende | overtekende | overtekende | overtekenden | overtekenden | overtekenden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal overtekenen over zal tekenen |
zult/zal overtekenen over zult/zal tekenen |
zult/zal overtekenen over zult/zal tekenen |
zult overtekenen over zult tekenen |
zal overtekenen over zal tekenen |
zullen overtekenen over zullen tekenen |
zullen overtekenen over zullen tekenen |
zullen overtekenen over zullen tekenen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou overtekenen over zou tekenen |
zou overtekenen over zou tekenen |
zou(dt) overtekenen over zou(dt) tekenen |
zoudt overtekenen over zoudt tekenen |
zou overtekenen over zou tekenen |
zouden overtekenen over zouden tekenen |
zouden overtekenen over zouden tekenen |
zouden overtekenen over zouden tekenen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb overgetekend | hebt overgetekend | hebt/heeft overgetekend | hebt overgetekend | heeft overgetekend | hebben overgetekend | hebben overgetekend | hebben overgetekend | |||
verleden (v.v.t.) | had overgetekend | had overgetekend | had overgetekend | hadt overgetekend | had overgetekend | hadden overgetekend | hadden overgetekend | hadden overgetekend | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal overgetekend hebben | zal/zult overgetekend hebben | zult/zal overgetekend hebben | zult overgetekend hebben | zal overgetekend hebben | zullen overgetekend hebben | zullen overgetekend hebben | zullen overgetekend hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou overgetekend hebben | zou overgetekend hebben | zou/zoudt overgetekend hebben | zoudt overgetekend hebben | zou overgetekend hebben | zouden overgetekend hebben | zouden overgetekend hebben | zouden overgetekend hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm overgetekend worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt overgetekend | er is overgetekend | |||||||||
verleden | er werd overgetekend | er was overgetekend | |||||||||
toekomend | er zal overgetekend worden | er zal overgetekend zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou overgetekend worden | er zou overgetekend zijn | |||||||||
lijdende vorm overgetekend worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | overgetekend worden | overgetekend te worden | ||||||||
toekomend | overgetekend zullen worden | overgetekend te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | overgetekend zijn | overgetekend te zijn | ||||||||
toekomend | overgetekend zullen zijn | overgetekend te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word overgetekend | wordt overgetekend | wordt overgetekend | wordt overgetekend | wordt overgetekend | worden overgetekend | worden overgetekend | worden overgetekend | |||
verleden (o.v.t.) | werd overgetekend | werd overgetekend | werd overgetekend | werdt overgetekend | werd overgetekend | werden overgetekend | werden overgetekend | werden overgetekend | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal overgetekend worden | zult overgetekend worden | zult overgetekend worden | zult overgetekend worden | zal overgetekend worden | zullen overgetekend worden | zullen overgetekend worden | zullen overgetekend worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou overgetekend worden | zou overgetekend worden | zou/zoudt overgetekend worden | zoudt overgetekend worden | zou overgetekend worden | zouden overgetekend worden | zouden overgetekend worden | zouden overgetekend worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben overgetekend | bent overgetekend | bent/is overgetekend | zijt overgetekend | is overgetekend | zijn overgetekend | zijn overgetekend | zijn overgetekend | |||
verleden (v.v.t.) | was overgetekend | was overgetekend | was overgetekend | waart overgetekend | was overgetekend | waren overgetekend | waren overgetekend | waren overgetekend | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal overgetekend zijn | zult overgetekend zijn | zult overgetekend zijn | zult overgetekend zijn | zal overgetekend zijn | zullen overgetekend zijn | zullen overgetekend zijn | zullen overgetekend zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou overgetekend zijn | zou overgetekend zijn | zou/zoudt overgetekend zijn | zoudt overgetekend zijn | zou overgetekend zijn | zouden overgetekend zijn | zouden overgetekend zijn | zouden overgetekend zijn |
vervoeging van de bedrijvende vorm van overtekenen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | overtekenen | te overtekenen | ||||||||
toekomend | zullen overtekenen | te zullen overtekenen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben overtekend | te hebben overtekend | ||||||||
toekomend | overtekend zullen hebben | overtekend te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
overtekenend | overtekend | ev. overteken |
mv. verouderd overtekent |
overtekene | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | overteken | overtekent | overtekent | overtekent | overtekent | overtekenen | overtekenen | overtekenen | |||
verleden (o.v.t.) | overtekende | overtekende | overtekende | overtekende | overtekende | overtekenden | overtekenden | overtekenden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal overtekenen | zult/zal overtekenen | zult/zal overtekenen | zult overtekenen | zal overtekenen | zullen overtekenen | zullen overtekenen | zullen overtekenen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou overtekenen | zou overtekenen | zou(dt) overtekenen | zoudt overtekenen | zou overtekenen | zouden overtekenen | zouden overtekenen | zouden overtekenen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb overtekend | hebt overtekend | hebt/heeft overtekend | hebt overtekend | heeft overtekend | hebben overtekend | hebben overtekend | hebben overtekend | |||
verleden (v.v.t.) | had overtekend | had overtekend | had overtekend | hadt overtekend | had overtekend | hadden overtekend | hadden overtekend | hadden overtekend | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal overtekend hebben | zal/zult overtekend hebben | zult/zal overtekend hebben | zult overtekend hebben | zal overtekend hebben | zullen overtekend hebben | zullen overtekend hebben | zullen overtekend hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou overtekend hebben | zou overtekend hebben | zou/zoudt overtekend hebben | zoudt overtekend hebben | zou overtekend hebben | zouden overtekend hebben | zouden overtekend hebben | zouden overtekend hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm overtekend worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt overtekend | er is overtekend | |||||||||
verleden | er werd overtekend | er was overtekend | |||||||||
toekomend | er zal overtekend worden | er zal overtekend zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou overtekend worden | er zou overtekend zijn | |||||||||
lijdende vorm overtekend worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | overtekend worden | overtekend te worden | ||||||||
toekomend | overtekend zullen worden | overtekend te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | overtekend zijn | overtekend te zijn | ||||||||
toekomend | overtekend zullen zijn | overtekend te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word overtekend | wordt overtekend | wordt overtekend | wordt overtekend | wordt overtekend | worden overtekend | worden overtekend | worden overtekend | |||
verleden (o.v.t.) | werd overtekend | werd overtekend | werd overtekend | werdt overtekend | werd overtekend | werden overtekend | werden overtekend | werden overtekend | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal overtekend worden | zult overtekend worden | zult overtekend worden | zult overtekend worden | zal overtekend worden | zullen overtekend worden | zullen overtekend worden | zullen overtekend worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou overtekend worden | zou overtekend worden | zou/zoudt overtekend worden | zoudt overtekend worden | zou overtekend worden | zouden overtekend worden | zouden overtekend worden | zouden overtekend worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben overtekend | bent overtekend | bent/is overtekend | zijt overtekend | is overtekend | zijn overtekend | zijn overtekend | zijn overtekend | |||
verleden (v.v.t.) | was overtekend | was overtekend | was overtekend | waart overtekend | was overtekend | waren overtekend | waren overtekend | waren overtekend | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal overtekend zijn | zult overtekend zijn | zult overtekend zijn | zult overtekend zijn | zal overtekend zijn | zullen overtekend zijn | zullen overtekend zijn | zullen overtekend zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou overtekend zijn | zou overtekend zijn | zou/zoudt overtekend zijn | zoudt overtekend zijn | zou overtekend zijn | zouden overtekend zijn | zouden overtekend zijn | zouden overtekend zijn |