vervoeging van de bedrijvende vorm van patroneren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | patroneren | te patroneren | ||||||||
toekomend | zullen patroneren | te zullen patroneren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gepatroneerd | te hebben gepatroneerd | ||||||||
toekomend | gepatroneerd zullen hebben | gepatroneerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
patronerend | gepatroneerd | ev. patroneer |
mv. verouderd patroneert |
patronere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | patroneer | patroneert | patroneert | patroneert | patroneert | patroneren | patroneren | patroneren | |||
verleden (o.v.t.) | patroneerde | patroneerde | patroneerde | patroneerde | patroneerde | patroneerden | patroneerden | patroneerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal patroneren | zult/zal patroneren | zult/zal patroneren | zult patroneren | zal patroneren | zullen patroneren | zullen patroneren | zullen patroneren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou patroneren | zou patroneren | zou(dt) patroneren | zoudt patroneren | zou patroneren | zouden patroneren | zouden patroneren | zouden patroneren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gepatroneerd | hebt gepatroneerd | hebt/heeft gepatroneerd | hebt gepatroneerd | heeft gepatroneerd | hebben gepatroneerd | hebben gepatroneerd | hebben gepatroneerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gepatroneerd | had gepatroneerd | had gepatroneerd | hadt gepatroneerd | had gepatroneerd | hadden gepatroneerd | hadden gepatroneerd | hadden gepatroneerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gepatroneerd hebben | zal/zult gepatroneerd hebben | zult/zal gepatroneerd hebben | zult gepatroneerd hebben | zal gepatroneerd hebben | zullen gepatroneerd hebben | zullen gepatroneerd hebben | zullen gepatroneerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gepatroneerd hebben | zou gepatroneerd hebben | zou/zoudt gepatroneerd hebben | zoudt gepatroneerd hebben | zou gepatroneerd hebben | zouden gepatroneerd hebben | zouden gepatroneerd hebben | zouden gepatroneerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gepatroneerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gepatroneerd | er is gepatroneerd | |||||||||
verleden | er werd gepatroneerd | er was gepatroneerd | |||||||||
toekomend | er zal gepatroneerd worden | er zal gepatroneerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gepatroneerd worden | er zou gepatroneerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gepatroneerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gepatroneerd worden | gepatroneerd te worden | ||||||||
toekomend | gepatroneerd zullen worden | gepatroneerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gepatroneerd zijn | gepatroneerd te zijn | ||||||||
toekomend | gepatroneerd zullen zijn | gepatroneerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gepatroneerd | wordt gepatroneerd | wordt gepatroneerd | wordt gepatroneerd | wordt gepatroneerd | worden gepatroneerd | worden gepatroneerd | worden gepatroneerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gepatroneerd | werd gepatroneerd | werd gepatroneerd | werdt gepatroneerd | werd gepatroneerd | werden gepatroneerd | werden gepatroneerd | werden gepatroneerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gepatroneerd worden | zult gepatroneerd worden | zult gepatroneerd worden | zult gepatroneerd worden | zal gepatroneerd worden | zullen gepatroneerd worden | zullen gepatroneerd worden | zullen gepatroneerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gepatroneerd worden | zou gepatroneerd worden | zou/zoudt gepatroneerd worden | zoudt gepatroneerd worden | zou gepatroneerd worden | zouden gepatroneerd worden | zouden gepatroneerd worden | zouden gepatroneerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gepatroneerd | bent gepatroneerd | bent/is gepatroneerd | zijt gepatroneerd | is gepatroneerd | zijn gepatroneerd | zijn gepatroneerd | zijn gepatroneerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gepatroneerd | was gepatroneerd | was gepatroneerd | waart gepatroneerd | was gepatroneerd | waren gepatroneerd | waren gepatroneerd | waren gepatroneerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gepatroneerd zijn | zult gepatroneerd zijn | zult gepatroneerd zijn | zult gepatroneerd zijn | zal gepatroneerd zijn | zullen gepatroneerd zijn | zullen gepatroneerd zijn | zullen gepatroneerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gepatroneerd zijn | zou gepatroneerd zijn | zou/zoudt gepatroneerd zijn | zoudt gepatroneerd zijn | zou gepatroneerd zijn | zouden gepatroneerd zijn | zouden gepatroneerd zijn | zouden gepatroneerd zijn |