vervoeging van de bedrijvende vorm van perverteren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | perverteren | te perverteren | ||||||||
toekomend | zullen perverteren | te zullen perverteren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geperverteerd | te hebben geperverteerd | ||||||||
toekomend | geperverteerd zullen hebben | geperverteerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
perverterend | geperverteerd | ev. perverteer |
mv. verouderd perverteert |
pervertere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | perverteer | perverteert | perverteert | perverteert | perverteert | perverteren | perverteren | perverteren | |||
verleden (o.v.t.) | perverteerde | perverteerde | perverteerde | perverteerde | perverteerde | perverteerden | perverteerden | perverteerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal perverteren | zult/zal perverteren | zult/zal perverteren | zult perverteren | zal perverteren | zullen perverteren | zullen perverteren | zullen perverteren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou perverteren | zou perverteren | zou(dt) perverteren | zoudt perverteren | zou perverteren | zouden perverteren | zouden perverteren | zouden perverteren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geperverteerd | hebt geperverteerd | hebt/heeft geperverteerd | hebt geperverteerd | heeft geperverteerd | hebben geperverteerd | hebben geperverteerd | hebben geperverteerd | |||
verleden (v.v.t.) | had geperverteerd | had geperverteerd | had geperverteerd | hadt geperverteerd | had geperverteerd | hadden geperverteerd | hadden geperverteerd | hadden geperverteerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geperverteerd hebben | zal/zult geperverteerd hebben | zult/zal geperverteerd hebben | zult geperverteerd hebben | zal geperverteerd hebben | zullen geperverteerd hebben | zullen geperverteerd hebben | zullen geperverteerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geperverteerd hebben | zou geperverteerd hebben | zou/zoudt geperverteerd hebben | zoudt geperverteerd hebben | zou geperverteerd hebben | zouden geperverteerd hebben | zouden geperverteerd hebben | zouden geperverteerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geperverteerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geperverteerd | er is geperverteerd | |||||||||
verleden | er werd geperverteerd | er was geperverteerd | |||||||||
toekomend | er zal geperverteerd worden | er zal geperverteerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geperverteerd worden | er zou geperverteerd zijn | |||||||||
lijdende vorm geperverteerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geperverteerd worden | geperverteerd te worden | ||||||||
toekomend | geperverteerd zullen worden | geperverteerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geperverteerd zijn | geperverteerd te zijn | ||||||||
toekomend | geperverteerd zullen zijn | geperverteerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geperverteerd | wordt geperverteerd | wordt geperverteerd | wordt geperverteerd | wordt geperverteerd | worden geperverteerd | worden geperverteerd | worden geperverteerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd geperverteerd | werd geperverteerd | werd geperverteerd | werdt geperverteerd | werd geperverteerd | werden geperverteerd | werden geperverteerd | werden geperverteerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geperverteerd worden | zult geperverteerd worden | zult geperverteerd worden | zult geperverteerd worden | zal geperverteerd worden | zullen geperverteerd worden | zullen geperverteerd worden | zullen geperverteerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geperverteerd worden | zou geperverteerd worden | zou/zoudt geperverteerd worden | zoudt geperverteerd worden | zou geperverteerd worden | zouden geperverteerd worden | zouden geperverteerd worden | zouden geperverteerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geperverteerd | bent geperverteerd | bent/is geperverteerd | zijt geperverteerd | is geperverteerd | zijn geperverteerd | zijn geperverteerd | zijn geperverteerd | |||
verleden (v.v.t.) | was geperverteerd | was geperverteerd | was geperverteerd | waart geperverteerd | was geperverteerd | waren geperverteerd | waren geperverteerd | waren geperverteerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geperverteerd zijn | zult geperverteerd zijn | zult geperverteerd zijn | zult geperverteerd zijn | zal geperverteerd zijn | zullen geperverteerd zijn | zullen geperverteerd zijn | zullen geperverteerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geperverteerd zijn | zou geperverteerd zijn | zou/zoudt geperverteerd zijn | zoudt geperverteerd zijn | zou geperverteerd zijn | zouden geperverteerd zijn | zouden geperverteerd zijn | zouden geperverteerd zijn |