vervoeging van de bedrijvende vorm van revolutioneren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | revolutioneren | te revolutioneren | ||||||||
toekomend | zullen revolutioneren | te zullen revolutioneren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gerevolutioneerd | te hebben gerevolutioneerd | ||||||||
toekomend | gerevolutioneerd zullen hebben | gerevolutioneerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
revolutionerend | gerevolutioneerd | ev. revolutioneer |
mv. verouderd revolutioneert |
revolutionere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | revolutioneer | revolutioneert | revolutioneert | revolutioneert | revolutioneert | revolutioneren | revolutioneren | revolutioneren | |||
verleden (o.v.t.) | revolutioneerde | revolutioneerde | revolutioneerde | revolutioneerde | revolutioneerde | revolutioneerden | revolutioneerden | revolutioneerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal revolutioneren | zult/zal revolutioneren | zult/zal revolutioneren | zult revolutioneren | zal revolutioneren | zullen revolutioneren | zullen revolutioneren | zullen revolutioneren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou revolutioneren | zou revolutioneren | zou(dt) revolutioneren | zoudt revolutioneren | zou revolutioneren | zouden revolutioneren | zouden revolutioneren | zouden revolutioneren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gerevolutioneerd | hebt gerevolutioneerd | hebt/heeft gerevolutioneerd | hebt gerevolutioneerd | heeft gerevolutioneerd | hebben gerevolutioneerd | hebben gerevolutioneerd | hebben gerevolutioneerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gerevolutioneerd | had gerevolutioneerd | had gerevolutioneerd | hadt gerevolutioneerd | had gerevolutioneerd | hadden gerevolutioneerd | hadden gerevolutioneerd | hadden gerevolutioneerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gerevolutioneerd hebben | zal/zult gerevolutioneerd hebben | zult/zal gerevolutioneerd hebben | zult gerevolutioneerd hebben | zal gerevolutioneerd hebben | zullen gerevolutioneerd hebben | zullen gerevolutioneerd hebben | zullen gerevolutioneerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gerevolutioneerd hebben | zou gerevolutioneerd hebben | zou/zoudt gerevolutioneerd hebben | zoudt gerevolutioneerd hebben | zou gerevolutioneerd hebben | zouden gerevolutioneerd hebben | zouden gerevolutioneerd hebben | zouden gerevolutioneerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gerevolutioneerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gerevolutioneerd | er is gerevolutioneerd | |||||||||
verleden | er werd gerevolutioneerd | er was gerevolutioneerd | |||||||||
toekomend | er zal gerevolutioneerd worden | er zal gerevolutioneerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gerevolutioneerd worden | er zou gerevolutioneerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gerevolutioneerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gerevolutioneerd worden | gerevolutioneerd te worden | ||||||||
toekomend | gerevolutioneerd zullen worden | gerevolutioneerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gerevolutioneerd zijn | gerevolutioneerd te zijn | ||||||||
toekomend | gerevolutioneerd zullen zijn | gerevolutioneerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gerevolutioneerd | wordt gerevolutioneerd | wordt gerevolutioneerd | wordt gerevolutioneerd | wordt gerevolutioneerd | worden gerevolutioneerd | worden gerevolutioneerd | worden gerevolutioneerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gerevolutioneerd | werd gerevolutioneerd | werd gerevolutioneerd | werdt gerevolutioneerd | werd gerevolutioneerd | werden gerevolutioneerd | werden gerevolutioneerd | werden gerevolutioneerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gerevolutioneerd worden | zult gerevolutioneerd worden | zult gerevolutioneerd worden | zult gerevolutioneerd worden | zal gerevolutioneerd worden | zullen gerevolutioneerd worden | zullen gerevolutioneerd worden | zullen gerevolutioneerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gerevolutioneerd worden | zou gerevolutioneerd worden | zou/zoudt gerevolutioneerd worden | zoudt gerevolutioneerd worden | zou gerevolutioneerd worden | zouden gerevolutioneerd worden | zouden gerevolutioneerd worden | zouden gerevolutioneerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gerevolutioneerd | bent gerevolutioneerd | bent/is gerevolutioneerd | zijt gerevolutioneerd | is gerevolutioneerd | zijn gerevolutioneerd | zijn gerevolutioneerd | zijn gerevolutioneerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gerevolutioneerd | was gerevolutioneerd | was gerevolutioneerd | waart gerevolutioneerd | was gerevolutioneerd | waren gerevolutioneerd | waren gerevolutioneerd | waren gerevolutioneerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gerevolutioneerd zijn | zult gerevolutioneerd zijn | zult gerevolutioneerd zijn | zult gerevolutioneerd zijn | zal gerevolutioneerd zijn | zullen gerevolutioneerd zijn | zullen gerevolutioneerd zijn | zullen gerevolutioneerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gerevolutioneerd zijn | zou gerevolutioneerd zijn | zou/zoudt gerevolutioneerd zijn | zoudt gerevolutioneerd zijn | zou gerevolutioneerd zijn | zouden gerevolutioneerd zijn | zouden gerevolutioneerd zijn | zouden gerevolutioneerd zijn |