vervoeging van de bedrijvende vorm van screenen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | screenen | te screenen | ||||||||
toekomend | zullen screenen | te zullen screenen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gescreend | te hebben gescreend | ||||||||
toekomend | gescreend zullen hebben | gescreend te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
screenend | gescreend | ev. screen |
mv. verouderd screent |
screene | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | screen | screent | screent | screent | screent | screenen | screenen | screenen | |||
verleden (o.v.t.) | screende | screende | screende | screende | screende | screenden | screenden | screenden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal screenen | zult/zal screenen | zult/zal screenen | zult screenen | zal screenen | zullen screenen | zullen screenen | zullen screenen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou screenen | zou screenen | zou(dt) screenen | zoudt screenen | zou screenen | zouden screenen | zouden screenen | zouden screenen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gescreend | hebt gescreend | hebt/heeft gescreend | hebt gescreend | heeft gescreend | hebben gescreend | hebben gescreend | hebben gescreend | |||
verleden (v.v.t.) | had gescreend | had gescreend | had gescreend | hadt gescreend | had gescreend | hadden gescreend | hadden gescreend | hadden gescreend | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gescreend hebben | zal/zult gescreend hebben | zult/zal gescreend hebben | zult gescreend hebben | zal gescreend hebben | zullen gescreend hebben | zullen gescreend hebben | zullen gescreend hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gescreend hebben | zou gescreend hebben | zou/zoudt gescreend hebben | zoudt gescreend hebben | zou gescreend hebben | zouden gescreend hebben | zouden gescreend hebben | zouden gescreend hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gescreend worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gescreend | er is gescreend | |||||||||
verleden | er werd gescreend | er was gescreend | |||||||||
toekomend | er zal gescreend worden | er zal gescreend zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gescreend worden | er zou gescreend zijn | |||||||||
lijdende vorm gescreend worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gescreend worden | gescreend te worden | ||||||||
toekomend | gescreend zullen worden | gescreend te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gescreend zijn | gescreend te zijn | ||||||||
toekomend | gescreend zullen zijn | gescreend te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gescreend | wordt gescreend | wordt gescreend | wordt gescreend | wordt gescreend | worden gescreend | worden gescreend | worden gescreend | |||
verleden (o.v.t.) | werd gescreend | werd gescreend | werd gescreend | werdt gescreend | werd gescreend | werden gescreend | werden gescreend | werden gescreend | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gescreend worden | zult gescreend worden | zult gescreend worden | zult gescreend worden | zal gescreend worden | zullen gescreend worden | zullen gescreend worden | zullen gescreend worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gescreend worden | zou gescreend worden | zou/zoudt gescreend worden | zoudt gescreend worden | zou gescreend worden | zouden gescreend worden | zouden gescreend worden | zouden gescreend worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gescreend | bent gescreend | bent/is gescreend | zijt gescreend | is gescreend | zijn gescreend | zijn gescreend | zijn gescreend | |||
verleden (v.v.t.) | was gescreend | was gescreend | was gescreend | waart gescreend | was gescreend | waren gescreend | waren gescreend | waren gescreend | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gescreend zijn | zult gescreend zijn | zult gescreend zijn | zult gescreend zijn | zal gescreend zijn | zullen gescreend zijn | zullen gescreend zijn | zullen gescreend zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gescreend zijn | zou gescreend zijn | zou/zoudt gescreend zijn | zoudt gescreend zijn | zou gescreend zijn | zouden gescreend zijn | zouden gescreend zijn | zouden gescreend zijn |