smaak

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord smaak. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord smaak, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je smaak in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord smaak is hier. De definitie van het woord smaak zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansmaak, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • smaak
  • In de betekenis van ‘zintuig om te proeven’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord smaak smaken
verkleinwoord smaakje smaakjes

de smaakm

  1. (voeding), (drinken) zintuig waarmee men mee proeft
  2. (voeding), (drinken) gewaarwording bij het proeven van eten en drank
     Het duurde even voordat ik de smaak kon plaatsen.[3]
  3. (figuurlijk) bepaalde subjectieve voorkeur
    • Dat is niet naar mijn smaak. 
  • De smaak te pakken hebben
Ergens enthousiast over raken, iets aangenaam vinden en er daarom meer van willen
  • Er zit kraak noch smaak aan
(Van iets eetbaars) Het smaakt niet
  • In de smaak vallen
  • Kraak noch smaak hebben
(Van iets eetbaars) Niet smaken, geen smaak hebben
  • Over smaak valt niet te twisten.
Iedereen heeft zijn eigen persoonlijke voorkeur
  • Smaken verschillen.
Iedereen heeft zijn eigen persoonlijke voorkeur
vervoeging van
smaken

smaak

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smaken
    • Ik smaak. 
  2. gebiedende wijs van smaken
    • Smaak! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smaken
    • Smaak je? 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]
  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.


smaak

  1. smaak


smaak

  1. smaak