vervoeging van de bedrijvende vorm van suggereren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | suggereren | te suggereren | ||||||||
toekomend | zullen suggereren | te zullen suggereren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gesuggereerd | te hebben gesuggereerd | ||||||||
toekomend | gesuggereerd zullen hebben | gesuggereerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
suggererend | gesuggereerd | ev. suggereer |
mv. verouderd suggereert |
suggerere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | suggereer | suggereert | suggereert | suggereert | suggereert | suggereren | suggereren | suggereren | |||
verleden (o.v.t.) | suggereerde | suggereerde | suggereerde | suggereerde | suggereerde | suggereerden | suggereerden | suggereerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal suggereren | zult/zal suggereren | zult/zal suggereren | zult suggereren | zal suggereren | zullen suggereren | zullen suggereren | zullen suggereren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou suggereren | zou suggereren | zou(dt) suggereren | zoudt suggereren | zou suggereren | zouden suggereren | zouden suggereren | zouden suggereren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gesuggereerd | hebt gesuggereerd | hebt/heeft gesuggereerd | hebt gesuggereerd | heeft gesuggereerd | hebben gesuggereerd | hebben gesuggereerd | hebben gesuggereerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gesuggereerd | had gesuggereerd | had gesuggereerd | hadt gesuggereerd | had gesuggereerd | hadden gesuggereerd | hadden gesuggereerd | hadden gesuggereerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gesuggereerd hebben | zal/zult gesuggereerd hebben | zult/zal gesuggereerd hebben | zult gesuggereerd hebben | zal gesuggereerd hebben | zullen gesuggereerd hebben | zullen gesuggereerd hebben | zullen gesuggereerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gesuggereerd hebben | zou gesuggereerd hebben | zou/zoudt gesuggereerd hebben | zoudt gesuggereerd hebben | zou gesuggereerd hebben | zouden gesuggereerd hebben | zouden gesuggereerd hebben | zouden gesuggereerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gesuggereerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gesuggereerd | er is gesuggereerd | |||||||||
verleden | er werd gesuggereerd | er was gesuggereerd | |||||||||
toekomend | er zal gesuggereerd worden | er zal gesuggereerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gesuggereerd worden | er zou gesuggereerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gesuggereerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gesuggereerd worden | gesuggereerd te worden | ||||||||
toekomend | gesuggereerd zullen worden | gesuggereerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gesuggereerd zijn | gesuggereerd te zijn | ||||||||
toekomend | gesuggereerd zullen zijn | gesuggereerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gesuggereerd | wordt gesuggereerd | wordt gesuggereerd | wordt gesuggereerd | wordt gesuggereerd | worden gesuggereerd | worden gesuggereerd | worden gesuggereerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gesuggereerd | werd gesuggereerd | werd gesuggereerd | werdt gesuggereerd | werd gesuggereerd | werden gesuggereerd | werden gesuggereerd | werden gesuggereerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gesuggereerd worden | zult gesuggereerd worden | zult gesuggereerd worden | zult gesuggereerd worden | zal gesuggereerd worden | zullen gesuggereerd worden | zullen gesuggereerd worden | zullen gesuggereerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gesuggereerd worden | zou gesuggereerd worden | zou/zoudt gesuggereerd worden | zoudt gesuggereerd worden | zou gesuggereerd worden | zouden gesuggereerd worden | zouden gesuggereerd worden | zouden gesuggereerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gesuggereerd | bent gesuggereerd | bent/is gesuggereerd | zijt gesuggereerd | is gesuggereerd | zijn gesuggereerd | zijn gesuggereerd | zijn gesuggereerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gesuggereerd | was gesuggereerd | was gesuggereerd | waart gesuggereerd | was gesuggereerd | waren gesuggereerd | waren gesuggereerd | waren gesuggereerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gesuggereerd zijn | zult gesuggereerd zijn | zult gesuggereerd zijn | zult gesuggereerd zijn | zal gesuggereerd zijn | zullen gesuggereerd zijn | zullen gesuggereerd zijn | zullen gesuggereerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gesuggereerd zijn | zou gesuggereerd zijn | zou/zoudt gesuggereerd zijn | zoudt gesuggereerd zijn | zou gesuggereerd zijn | zouden gesuggereerd zijn | zouden gesuggereerd zijn | zouden gesuggereerd zijn |