vervoeging van de bedrijvende vorm van toepassen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | toepassen | toe te passen | ||||||||
toekomend | zullen toepassen toe zullen passen |
te zullen toepassen toe te zullen passen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben toegepast | te hebben toegepast | ||||||||
toekomend | toegepast zullen hebben | toegepast te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
toepassend | toegepast | ev. pas toe |
mv. verouderd past toe |
passe toe (bijzin) toepasse | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | pas toe | past toe | past toe | past toe | past toe | passen toe | passen toe | passen toe | |||
verleden (o.v.t.) | paste toe | paste toe | paste toe | paste toe | paste toe | pasten toe | pasten toe | pasten toe | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal toepassen | zult/zal toepassen | zult/zal toepassen | zult toepassen | zal toepassen | zullen toepassen | zullen toepassen | zullen toepassen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou toepassen | zou toepassen | zou(dt) toepassen | zoudt toepassen | zou toepassen | zouden toepassen | zouden toepassen | zouden toepassen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | toepas | toepast | toepast | toepast | toepast | toepassen | toepassen | toepassen | |||
verleden (o.v.t.) | toepaste | toepaste | toepaste | toepaste | toepaste | toepasten | toepasten | toepasten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal toepassen toe zal passen |
zult/zal toepassen toe zult/zal passen |
zult/zal toepassen toe zult/zal passen |
zult toepassen toe zult passen |
zal toepassen toe zal passen |
zullen toepassen toe zullen passen |
zullen toepassen toe zullen passen |
zullen toepassen toe zullen passen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou toepassen toe zou passen |
zou toepassen toe zou passen |
zou(dt) toepassen toe zou(dt) passen |
zoudt toepassen toe zoudt passen |
zou toepassen toe zou passen |
zouden toepassen toe zouden passen |
zouden toepassen toe zouden passen |
zouden toepassen toe zouden passen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb toegepast | hebt toegepast | hebt/heeft toegepast | hebt toegepast | heeft toegepast | hebben toegepast | hebben toegepast | hebben toegepast | |||
verleden (v.v.t.) | had toegepast | had toegepast | had toegepast | hadt toegepast | had toegepast | hadden toegepast | hadden toegepast | hadden toegepast | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal toegepast hebben | zal/zult toegepast hebben | zult/zal toegepast hebben | zult toegepast hebben | zal toegepast hebben | zullen toegepast hebben | zullen toegepast hebben | zullen toegepast hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou toegepast hebben | zou toegepast hebben | zou/zoudt toegepast hebben | zoudt toegepast hebben | zou toegepast hebben | zouden toegepast hebben | zouden toegepast hebben | zouden toegepast hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm toegepast worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt toegepast | er is toegepast | |||||||||
verleden | er werd toegepast | er was toegepast | |||||||||
toekomend | er zal toegepast worden | er zal toegepast zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou toegepast worden | er zou toegepast zijn | |||||||||
lijdende vorm toegepast worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | toegepast worden | toegepast te worden | ||||||||
toekomend | toegepast zullen worden | toegepast te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | toegepast zijn | toegepast te zijn | ||||||||
toekomend | toegepast zullen zijn | toegepast te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word toegepast | wordt toegepast | wordt toegepast | wordt toegepast | wordt toegepast | worden toegepast | worden toegepast | worden toegepast | |||
verleden (o.v.t.) | werd toegepast | werd toegepast | werd toegepast | werdt toegepast | werd toegepast | werden toegepast | werden toegepast | werden toegepast | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal toegepast worden | zult toegepast worden | zult toegepast worden | zult toegepast worden | zal toegepast worden | zullen toegepast worden | zullen toegepast worden | zullen toegepast worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou toegepast worden | zou toegepast worden | zou/zoudt toegepast worden | zoudt toegepast worden | zou toegepast worden | zouden toegepast worden | zouden toegepast worden | zouden toegepast worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben toegepast | bent toegepast | bent/is toegepast | zijt toegepast | is toegepast | zijn toegepast | zijn toegepast | zijn toegepast | |||
verleden (v.v.t.) | was toegepast | was toegepast | was toegepast | waart toegepast | was toegepast | waren toegepast | waren toegepast | waren toegepast | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal toegepast zijn | zult toegepast zijn | zult toegepast zijn | zult toegepast zijn | zal toegepast zijn | zullen toegepast zijn | zullen toegepast zijn | zullen toegepast zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou toegepast zijn | zou toegepast zijn | zou/zoudt toegepast zijn | zoudt toegepast zijn | zou toegepast zijn | zouden toegepast zijn | zouden toegepast zijn | zouden toegepast zijn |