tweeënzestig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tweeënzestig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tweeënzestig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tweeënzestig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tweeënzestig is hier. De definitie van het woord tweeënzestig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantweeënzestig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

0 0 6 2
tweeënzestig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
50 51 52 53 54 55 56 57 58 59
60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79
80 81 82 83 84 85 86 87 88 89
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
106 109 1012 1015 1018 1021 1024 1027 1030 1033
1036 1039 1042 1045 1048 1051 1054 1057 1060 1063
1066 1069 1072 1075 1099 10100 10120 10303 103003 ∞
Uitspraak
Woordafbreking
  • tweeën·zes·tig, twee·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

tweeënzestig

  1. "62", het getal tussen eenenzestig en drieënzestig, zestig plus twee
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen tweeënzestig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave tweeënzestig is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

zelfstandig naamwoord samengesteld met "tweeënzestig" ht

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "tweeënzestig" ht

bijwoord

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "tweeënzestig" ht als linkerdeel

hooftelwoorden samengesteld met "tweeënzestig" ht als rechterdeel
Vertalingen
    1. het getal 62   
enkelvoud meervoud
naamwoord tweeënzestig tweeënzestigs
verkleinwoord tweeënzestigje tweeënzestigjes

Zelfstandig naamwoord

de tweeënzestig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 62 is aangeduid
    • Het is weer de tweeënzestig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar drieënzestigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de tweeënzestig eenmaal voorbij was. 

de tweeënzestig mv

  1. groep van 62 eenheden
    • De tweeënzestig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

Meer informatie

Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot