vervoeging van de bedrijvende vorm van vergisten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | vergisten | te vergisten | ||||||||
toekomend | zullen vergisten | te zullen vergisten | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben vergist | te hebben vergist | ||||||||
toekomend | vergist zullen hebben | vergist te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
vergistend | vergist | ev. vergist |
mv. verouderd vergist |
vergiste | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | vergist | vergist | vergist | vergist | vergist | vergisten | vergisten | vergisten | |||
verleden (o.v.t.) | vergistte | vergistte | vergistte | vergistte | vergistte | vergistten | vergistten | vergistten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal vergisten | zult/zal vergisten | zult/zal vergisten | zult vergisten | zal vergisten | zullen vergisten | zullen vergisten | zullen vergisten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou vergisten | zou vergisten | zou(dt) vergisten | zoudt vergisten | zou vergisten | zouden vergisten | zouden vergisten | zouden vergisten | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb vergist | hebt vergist | hebt/heeft vergist | hebt vergist | heeft vergist | hebben vergist | hebben vergist | hebben vergist | |||
verleden (v.v.t.) | had vergist | had vergist | had vergist | hadt vergist | had vergist | hadden vergist | hadden vergist | hadden vergist | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal vergist hebben | zal/zult vergist hebben | zult/zal vergist hebben | zult vergist hebben | zal vergist hebben | zullen vergist hebben | zullen vergist hebben | zullen vergist hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou vergist hebben | zou vergist hebben | zou/zoudt vergist hebben | zoudt vergist hebben | zou vergist hebben | zouden vergist hebben | zouden vergist hebben | zouden vergist hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm vergist worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt vergist | er is vergist | |||||||||
verleden | er werd vergist | er was vergist | |||||||||
toekomend | er zal vergist worden | er zal vergist zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou vergist worden | er zou vergist zijn | |||||||||
lijdende vorm vergist worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | vergist worden | vergist te worden | ||||||||
toekomend | vergist zullen worden | vergist te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | vergist zijn | vergist te zijn | ||||||||
toekomend | vergist zullen zijn | vergist te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word vergist | wordt vergist | wordt vergist | wordt vergist | wordt vergist | worden vergist | worden vergist | worden vergist | |||
verleden (o.v.t.) | werd vergist | werd vergist | werd vergist | werdt vergist | werd vergist | werden vergist | werden vergist | werden vergist | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal vergist worden | zult vergist worden | zult vergist worden | zult vergist worden | zal vergist worden | zullen vergist worden | zullen vergist worden | zullen vergist worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou vergist worden | zou vergist worden | zou/zoudt vergist worden | zoudt vergist worden | zou vergist worden | zouden vergist worden | zouden vergist worden | zouden vergist worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben vergist | bent vergist | bent/is vergist | zijt vergist | is vergist | zijn vergist | zijn vergist | zijn vergist | |||
verleden (v.v.t.) | was vergist | was vergist | was vergist | waart vergist | was vergist | waren vergist | waren vergist | waren vergist | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal vergist zijn | zult vergist zijn | zult vergist zijn | zult vergist zijn | zal vergist zijn | zullen vergist zijn | zullen vergist zijn | zullen vergist zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou vergist zijn | zou vergist zijn | zou/zoudt vergist zijn | zoudt vergist zijn | zou vergist zijn | zouden vergist zijn | zouden vergist zijn | zouden vergist zijn |