vervoeging van de bedrijvende vorm van verslaven | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verslaven | te verslaven | ||||||||
toekomend | zullen verslaven | te zullen verslaven | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben[1]/zijn[2] verslaafd | te hebben[1]/zijn[2] verslaafd | ||||||||
toekomend | verslaafd zullen hebben[1]/zijn[2] | verslaafd te zullen hebben[1]/zijn[2] | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
verslavend | verslaafd | ev. verslaaf |
mv. verouderd verslaaft |
verslave | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | verslaaf | verslaaft | verslaaft | verslaaft | verslaaft | verslaven | verslaven | verslaven | |||
verleden (o.v.t.) | verslaafde | verslaafde | verslaafde | verslaafde | verslaafde | verslaafden | verslaafden | verslaafden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verslaven | zult/zal verslaven | zult/zal verslaven | zult verslaven | zal verslaven | zullen verslaven | zullen verslaven | zullen verslaven | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verslaven | zou verslaven | zou(dt) verslaven | zoudt verslaven | zou verslaven | zouden verslaven | zouden verslaven | zouden verslaven | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
onpersoonlijke lijdende vorm verslaafd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt verslaafd | er is verslaafd | |||||||||
verleden | er werd verslaafd | er was verslaafd | |||||||||
toekomend | er zal verslaafd worden | er zal verslaafd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou verslaafd worden | er zou verslaafd zijn | |||||||||
onpersoonlijke lijdende vorm verslaafd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt verslaafd | er is verslaafd | |||||||||
verleden | er werd verslaafd | er was verslaafd | |||||||||
toekomend | er zal verslaafd worden | er zal verslaafd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou verslaafd worden | er zou verslaafd zijn | |||||||||
lijdende vorm verslaafd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verslaafd worden | verslaafd te worden | ||||||||
toekomend | verslaafd zullen worden | verslaafd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | verslaafd zijn | verslaafd te zijn | ||||||||
toekomend | verslaafd zullen zijn | verslaafd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word verslaafd | wordt verslaafd | wordt verslaafd | wordt verslaafd | wordt verslaafd | worden verslaafd | worden verslaafd | worden verslaafd | |||
verleden (o.v.t.) | werd verslaafd | werd verslaafd | werd verslaafd | werdt verslaafd | werd verslaafd | werden verslaafd | werden verslaafd | werden verslaafd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verslaafd worden | zult verslaafd worden | zult verslaafd worden | zult verslaafd worden | zal verslaafd worden | zullen verslaafd worden | zullen verslaafd worden | zullen verslaafd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verslaafd worden | zou verslaafd worden | zou/zoudt verslaafd worden | zoudt verslaafd worden | zou verslaafd worden | zouden verslaafd worden | zouden verslaafd worden | zouden verslaafd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben verslaafd | bent verslaafd | bent/is verslaafd | zijt verslaafd | is verslaafd | zijn verslaafd | zijn verslaafd | zijn verslaafd | |||
verleden (v.v.t.) | was verslaafd | was verslaafd | was verslaafd | waart verslaafd | was verslaafd | waren verslaafd | waren verslaafd | waren verslaafd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verslaafd zijn | zult verslaafd zijn | zult verslaafd zijn | zult verslaafd zijn | zal verslaafd zijn | zullen verslaafd zijn | zullen verslaafd zijn | zullen verslaafd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verslaafd zijn | zou verslaafd zijn | zou/zoudt verslaafd zijn | zoudt verslaafd zijn | zou verslaafd zijn | zouden verslaafd zijn | zouden verslaafd zijn | zouden verslaafd zijn |