vervoeging van de bedrijvende vorm van vetmesten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | vetmesten | vet te mesten | ||||||||
toekomend | zullen vetmesten vet zullen mesten |
te zullen vetmesten vet te zullen mesten | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben vetgemest | te hebben vetgemest | ||||||||
toekomend | vetgemest zullen hebben | vetgemest te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
vetmestend | vetgemest | ev. mest vet |
mv. verouderd mest vet |
meste vet (bijzin) vetmeste | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | mest vet | mest vet | mest vet | mest vet | mest vet | mesten vet | mesten vet | mesten vet | |||
verleden (o.v.t.) | mestte vet | mestte vet | mestte vet | mestte vet | mestte vet | mestten vet | mestten vet | mestten vet | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal vetmesten | zult/zal vetmesten | zult/zal vetmesten | zult vetmesten | zal vetmesten | zullen vetmesten | zullen vetmesten | zullen vetmesten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou vetmesten | zou vetmesten | zou(dt) vetmesten | zoudt vetmesten | zou vetmesten | zouden vetmesten | zouden vetmesten | zouden vetmesten | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | vetmest | vetmest | vetmest | vetmest | vetmest | vetmesten | vetmesten | vetmesten | |||
verleden (o.v.t.) | vetmestte | vetmestte | vetmestte | vetmestte | vetmestte | vetmestten | vetmestten | vetmestten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal vetmesten vet zal mesten |
zult/zal vetmesten vet zult/zal mesten |
zult/zal vetmesten vet zult/zal mesten |
zult vetmesten vet zult mesten |
zal vetmesten vet zal mesten |
zullen vetmesten vet zullen mesten |
zullen vetmesten vet zullen mesten |
zullen vetmesten vet zullen mesten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou vetmesten vet zou mesten |
zou vetmesten vet zou mesten |
zou(dt) vetmesten vet zou(dt) mesten |
zoudt vetmesten vet zoudt mesten |
zou vetmesten vet zou mesten |
zouden vetmesten vet zouden mesten |
zouden vetmesten vet zouden mesten |
zouden vetmesten vet zouden mesten | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb vetgemest | hebt vetgemest | hebt/heeft vetgemest | hebt vetgemest | heeft vetgemest | hebben vetgemest | hebben vetgemest | hebben vetgemest | |||
verleden (v.v.t.) | had vetgemest | had vetgemest | had vetgemest | hadt vetgemest | had vetgemest | hadden vetgemest | hadden vetgemest | hadden vetgemest | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal vetgemest hebben | zal/zult vetgemest hebben | zult/zal vetgemest hebben | zult vetgemest hebben | zal vetgemest hebben | zullen vetgemest hebben | zullen vetgemest hebben | zullen vetgemest hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou vetgemest hebben | zou vetgemest hebben | zou/zoudt vetgemest hebben | zoudt vetgemest hebben | zou vetgemest hebben | zouden vetgemest hebben | zouden vetgemest hebben | zouden vetgemest hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm vetgemest worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt vetgemest | er is vetgemest | |||||||||
verleden | er werd vetgemest | er was vetgemest | |||||||||
toekomend | er zal vetgemest worden | er zal vetgemest zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou vetgemest worden | er zou vetgemest zijn | |||||||||
lijdende vorm vetgemest worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | vetgemest worden | vetgemest te worden | ||||||||
toekomend | vetgemest zullen worden | vetgemest te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | vetgemest zijn | vetgemest te zijn | ||||||||
toekomend | vetgemest zullen zijn | vetgemest te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word vetgemest | wordt vetgemest | wordt vetgemest | wordt vetgemest | wordt vetgemest | worden vetgemest | worden vetgemest | worden vetgemest | |||
verleden (o.v.t.) | werd vetgemest | werd vetgemest | werd vetgemest | werdt vetgemest | werd vetgemest | werden vetgemest | werden vetgemest | werden vetgemest | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal vetgemest worden | zult vetgemest worden | zult vetgemest worden | zult vetgemest worden | zal vetgemest worden | zullen vetgemest worden | zullen vetgemest worden | zullen vetgemest worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou vetgemest worden | zou vetgemest worden | zou/zoudt vetgemest worden | zoudt vetgemest worden | zou vetgemest worden | zouden vetgemest worden | zouden vetgemest worden | zouden vetgemest worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben vetgemest | bent vetgemest | bent/is vetgemest | zijt vetgemest | is vetgemest | zijn vetgemest | zijn vetgemest | zijn vetgemest | |||
verleden (v.v.t.) | was vetgemest | was vetgemest | was vetgemest | waart vetgemest | was vetgemest | waren vetgemest | waren vetgemest | waren vetgemest | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal vetgemest zijn | zult vetgemest zijn | zult vetgemest zijn | zult vetgemest zijn | zal vetgemest zijn | zullen vetgemest zijn | zullen vetgemest zijn | zullen vetgemest zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou vetgemest zijn | zou vetgemest zijn | zou/zoudt vetgemest zijn | zoudt vetgemest zijn | zou vetgemest zijn | zouden vetgemest zijn | zouden vetgemest zijn | zouden vetgemest zijn |