vervoeging van de bedrijvende vorm van weghouden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | weghouden | weg te houden | ||||||||
toekomend | zullen weghouden weg zullen houden |
te zullen weghouden weg te zullen houden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben weggehouden | te hebben weggehouden | ||||||||
toekomend | weggehouden zullen hebben | weggehouden te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
weghoudend | weggehouden | ev. hou weg houd weg |
mv. verouderd houdt weg |
houde weg (bijzin) weghoude | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | hou weg houd weg |
houdt weg | houdt weg | houdt weg | houdt weg | houden weg | houden weg | houden weg | |||
verleden (o.v.t.) | hield weg | hield weg | hield weg | hield weg | hield weg | hielden weg | hielden weg | hielden weg | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal weghouden | zult/zal weghouden | zult/zal weghouden | zult weghouden | zal weghouden | zullen weghouden | zullen weghouden | zullen weghouden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou weghouden | zou weghouden | zou(dt) weghouden | zoudt weghouden | zou weghouden | zouden weghouden | zouden weghouden | zouden weghouden | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | weghou weghoud |
weghoudt | weghoudt | weghoudt | weghoudt | weghouden | weghouden | weghouden | |||
verleden (o.v.t.) | weghield | weghield | weghield | weghield | weghield | weghielden | weghielden | weghielden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal weghouden weg zal houden |
zult/zal weghouden weg zult/zal houden |
zult/zal weghouden weg zult/zal houden |
zult weghouden weg zult houden |
zal weghouden weg zal houden |
zullen weghouden weg zullen houden |
zullen weghouden weg zullen houden |
zullen weghouden weg zullen houden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou weghouden weg zou houden |
zou weghouden weg zou houden |
zou(dt) weghouden weg zou(dt) houden |
zoudt weghouden weg zoudt houden |
zou weghouden weg zou houden |
zouden weghouden weg zouden houden |
zouden weghouden weg zouden houden |
zouden weghouden weg zouden houden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb weggehouden | hebt weggehouden | hebt/heeft weggehouden | hebt weggehouden | heeft weggehouden | hebben weggehouden | hebben weggehouden | hebben weggehouden | |||
verleden (v.v.t.) | had weggehouden | had weggehouden | had weggehouden | hadt weggehouden | had weggehouden | hadden weggehouden | hadden weggehouden | hadden weggehouden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal weggehouden hebben | zal/zult weggehouden hebben | zult/zal weggehouden hebben | zult weggehouden hebben | zal weggehouden hebben | zullen weggehouden hebben | zullen weggehouden hebben | zullen weggehouden hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou weggehouden hebben | zou weggehouden hebben | zou/zoudt weggehouden hebben | zoudt weggehouden hebben | zou weggehouden hebben | zouden weggehouden hebben | zouden weggehouden hebben | zouden weggehouden hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm weggehouden worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt weggehouden | er is weggehouden | |||||||||
verleden | er werd weggehouden | er was weggehouden | |||||||||
toekomend | er zal weggehouden worden | er zal weggehouden zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou weggehouden worden | er zou weggehouden zijn | |||||||||
lijdende vorm weggehouden worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | weggehouden worden | weggehouden te worden | ||||||||
toekomend | weggehouden zullen worden | weggehouden te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | weggehouden zijn | weggehouden te zijn | ||||||||
toekomend | weggehouden zullen zijn | weggehouden te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word weggehouden | wordt weggehouden | wordt weggehouden | wordt weggehouden | wordt weggehouden | worden weggehouden | worden weggehouden | worden weggehouden | |||
verleden (o.v.t.) | werd weggehouden | werd weggehouden | werd weggehouden | werdt weggehouden | werd weggehouden | werden weggehouden | werden weggehouden | werden weggehouden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal weggehouden worden | zult weggehouden worden | zult weggehouden worden | zult weggehouden worden | zal weggehouden worden | zullen weggehouden worden | zullen weggehouden worden | zullen weggehouden worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou weggehouden worden | zou weggehouden worden | zou/zoudt weggehouden worden | zoudt weggehouden worden | zou weggehouden worden | zouden weggehouden worden | zouden weggehouden worden | zouden weggehouden worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben weggehouden | bent weggehouden | bent/is weggehouden | zijt weggehouden | is weggehouden | zijn weggehouden | zijn weggehouden | zijn weggehouden | |||
verleden (v.v.t.) | was weggehouden | was weggehouden | was weggehouden | waart weggehouden | was weggehouden | waren weggehouden | waren weggehouden | waren weggehouden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal weggehouden zijn | zult weggehouden zijn | zult weggehouden zijn | zult weggehouden zijn | zal weggehouden zijn | zullen weggehouden zijn | zullen weggehouden zijn | zullen weggehouden zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou weggehouden zijn | zou weggehouden zijn | zou/zoudt weggehouden zijn | zoudt weggehouden zijn | zou weggehouden zijn | zouden weggehouden zijn | zouden weggehouden zijn | zouden weggehouden zijn |