vervoeging van de bedrijvende vorm van zanden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | zanden | te zanden | ||||||||
toekomend | zullen zanden | te zullen zanden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gezand | te hebben gezand | ||||||||
toekomend | gezand zullen hebben | gezand te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
zandend | gezand | ev. zand |
mv. verouderd zandt |
zande | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | zand | zandt | zandt | zandt | zandt | zanden | zanden | zanden | |||
verleden (o.v.t.) | zandde | zandde | zandde | zandde | zandde | zandden | zandden | zandden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal zanden | zult/zal zanden | zult/zal zanden | zult zanden | zal zanden | zullen zanden | zullen zanden | zullen zanden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou zanden | zou zanden | zou(dt) zanden | zoudt zanden | zou zanden | zouden zanden | zouden zanden | zouden zanden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gezand | hebt gezand | hebt/heeft gezand | hebt gezand | heeft gezand | hebben gezand | hebben gezand | hebben gezand | |||
verleden (v.v.t.) | had gezand | had gezand | had gezand | hadt gezand | had gezand | hadden gezand | hadden gezand | hadden gezand | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gezand hebben | zal/zult gezand hebben | zult/zal gezand hebben | zult gezand hebben | zal gezand hebben | zullen gezand hebben | zullen gezand hebben | zullen gezand hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gezand hebben | zou gezand hebben | zou/zoudt gezand hebben | zoudt gezand hebben | zou gezand hebben | zouden gezand hebben | zouden gezand hebben | zouden gezand hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gezand worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gezand | er is gezand | |||||||||
verleden | er werd gezand | er was gezand | |||||||||
toekomend | er zal gezand worden | er zal gezand zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gezand worden | er zou gezand zijn | |||||||||
lijdende vorm gezand worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gezand worden | gezand te worden | ||||||||
toekomend | gezand zullen worden | gezand te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gezand zijn | gezand te zijn | ||||||||
toekomend | gezand zullen zijn | gezand te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gezand | wordt gezand | wordt gezand | wordt gezand | wordt gezand | worden gezand | worden gezand | worden gezand | |||
verleden (o.v.t.) | werd gezand | werd gezand | werd gezand | werdt gezand | werd gezand | werden gezand | werden gezand | werden gezand | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gezand worden | zult gezand worden | zult gezand worden | zult gezand worden | zal gezand worden | zullen gezand worden | zullen gezand worden | zullen gezand worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gezand worden | zou gezand worden | zou/zoudt gezand worden | zoudt gezand worden | zou gezand worden | zouden gezand worden | zouden gezand worden | zouden gezand worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gezand | bent gezand | bent/is gezand | zijt gezand | is gezand | zijn gezand | zijn gezand | zijn gezand | |||
verleden (v.v.t.) | was gezand | was gezand | was gezand | waart gezand | was gezand | waren gezand | waren gezand | waren gezand | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gezand zijn | zult gezand zijn | zult gezand zijn | zult gezand zijn | zal gezand zijn | zullen gezand zijn | zullen gezand zijn | zullen gezand zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gezand zijn | zou gezand zijn | zou/zoudt gezand zijn | zoudt gezand zijn | zou gezand zijn | zouden gezand zijn | zouden gezand zijn | zouden gezand zijn |