Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
barn. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
barn, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
barn in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
barn is hier. De definitie van het woord
barn zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
barn, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- van Engels barn, in de betekenis van ‘eenheid van oppervlakte in atoomfysica’ voor het eerst aangetroffen in 1975 [1]
- [2]
de barn m
- (natuurkunde) eenheid van oppervlakte in de atoomfysica, 10−28 m²
1. eenheid van oppervlakte in de atoomfysica, 10−28 m²
barn
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van barnen
- gebiedende wijs van barnen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van barnen
barn
- (eenheid)(natuurkunde) barn; eenheid van oppervlakte in de atoomfysica, 10−28 m2
- Afkomstig van het Oudnoorse woord barn,dat aan het Gotische ontleend is
barn, o
- (familie) kind
- «Børnene går til skolen med bus.»
- De kinderen gaan naar school met de bus.
- (natuurkunde) barn
barn
- (bouwkunde) schuur
- (natuurkunde) barn
barn, o
- (familie) kind
barn, o
- onbepaalde vorm accusatief enkelvoud van barn
barn m
- (natuurkunde) barn
barn
- (familie) kind
barn, o
- (familie) kind
barn, o
- onbepaalde vorm accusatief enkelvoud van barn
- IPA: /barn/, /baːrn/, /bɛrn/
barn
- (familie) kind
- Afkomstig van het Oudnoorse woord barn
barn, o
- (familie), (sociologie) kind (jong persoon)
- «Filmen er forbudt for barn.»
- De film is voor kinderen verboden.
- kind (afstammeling)
- «Hun er for gammel til å få barn.»
- Ze is te oud om kinderen te krijgen.
- onvolwassen, infantiel persoon
- «Han er og blir et stort barn.»
- Hij is en blijft een groot kind.
- (natuurkunde) barn
- : Av barn og fulle folk får man høre sannheten.
Kinderen en dronken mensen spreken de waarheid.
- : Kjært barn har mange navn.
Een lief kind heeft vele namen.
Verbrandt kind schuwt het vuur.
- : Kvinner og barn ble reddet først.
Vrouwen en kinderen werden het eerst gered.
dol op kinderen zijn
genieten als een kind
Ze is juist een kind.
barn, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van barn
- Afkomstig van het Oudnoorse woord barn
barn, o
- (familie), (sociologie) kind (jong persoon)
- «Ho er berre barnet enno.»
- Ze is toch nog wel een kind.
- kind (afstammeling)
- «Oldemor til borna mine er langt over 90 år.»
- De overgrootmoeder van mijne kinderen is ruim 90 jaar.
- onvolwassen, infantiel persoon
- (natuurkunde) barn
barn, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van barn
- Afgeleid van het Proto-West-Germaanse *barn
barn o
- (familie) kind
barn m
- (eenheid)(natuurkunde) barn; eenheid van oppervlakte in de atoomfysica, 10−28 m2
barn monbezield
- (eenheid)(natuurkunde) barn; eenheid van oppervlakte in de atoomfysica, 10−28 m2
barn monbezield
- (eenheid)(natuurkunde) barn; eenheid van oppervlakte in de atoomfysica, 10−28 m2
barn, o
- (familie) kind
- (natuurkunde) barn
barn
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van barn
- «Fem personer, två vuxna och tre barn, fick föras till sjukhus för kontroll efter en kökrock som inträffade på E6.»
- Vijf personen, twee volwassenen en drie kinderen, werden naar het ziekenhuis voor controle na een kop-staartbotsing dat plaatsvond op de E6.