vervoeging van de bedrijvende vorm van bezoeken | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | bezoeken | te bezoeken | ||||||||
toekomend | zullen bezoeken | te zullen bezoeken | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben bezocht | te hebben bezocht | ||||||||
toekomend | bezocht zullen hebben | bezocht te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
bezoekend | bezocht | ev. bezoek |
mv. verouderd bezoekt |
bezoeke | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | bezoek | bezoekt | bezoekt | bezoekt | bezoekt | bezoeken | bezoeken | bezoeken | |||
verleden (o.v.t.) | bezocht | bezocht | bezocht | bezocht | bezocht | bezochten | bezochten | bezochten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal bezoeken | zult/zal bezoeken | zult/zal bezoeken | zult bezoeken | zal bezoeken | zullen bezoeken | zullen bezoeken | zullen bezoeken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bezoeken | zou bezoeken | zou(dt) bezoeken | zoudt bezoeken | zou bezoeken | zouden bezoeken | zouden bezoeken | zouden bezoeken | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb bezocht | hebt bezocht | hebt/heeft bezocht | hebt bezocht | heeft bezocht | hebben bezocht | hebben bezocht | hebben bezocht | |||
verleden (v.v.t.) | had bezocht | had bezocht | had bezocht | hadt bezocht | had bezocht | hadden bezocht | hadden bezocht | hadden bezocht | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal bezocht hebben | zal/zult bezocht hebben | zult/zal bezocht hebben | zult bezocht hebben | zal bezocht hebben | zullen bezocht hebben | zullen bezocht hebben | zullen bezocht hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou bezocht hebben | zou bezocht hebben | zou/zoudt bezocht hebben | zoudt bezocht hebben | zou bezocht hebben | zouden bezocht hebben | zouden bezocht hebben | zouden bezocht hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm bezocht worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt bezocht | er is bezocht | |||||||||
verleden | er werd bezocht | er was bezocht | |||||||||
toekomend | er zal bezocht worden | er zal bezocht zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou bezocht worden | er zou bezocht zijn | |||||||||
lijdende vorm bezocht worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | bezocht worden | bezocht te worden | ||||||||
toekomend | bezocht zullen worden | bezocht te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | bezocht zijn | bezocht te zijn | ||||||||
toekomend | bezocht zullen zijn | bezocht te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word bezocht | wordt bezocht | wordt bezocht | wordt bezocht | wordt bezocht | worden bezocht | worden bezocht | worden bezocht | |||
verleden (o.v.t.) | werd bezocht | werd bezocht | werd bezocht | werdt bezocht | werd bezocht | werden bezocht | werden bezocht | werden bezocht | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal bezocht worden | zult bezocht worden | zult bezocht worden | zult bezocht worden | zal bezocht worden | zullen bezocht worden | zullen bezocht worden | zullen bezocht worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bezocht worden | zou bezocht worden | zou/zoudt bezocht worden | zoudt bezocht worden | zou bezocht worden | zouden bezocht worden | zouden bezocht worden | zouden bezocht worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben bezocht | bent bezocht | bent/is bezocht | zijt bezocht | is bezocht | zijn bezocht | zijn bezocht | zijn bezocht | |||
verleden (v.v.t.) | was bezocht | was bezocht | was bezocht | waart bezocht | was bezocht | waren bezocht | waren bezocht | waren bezocht | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal bezocht zijn | zult bezocht zijn | zult bezocht zijn | zult bezocht zijn | zal bezocht zijn | zullen bezocht zijn | zullen bezocht zijn | zullen bezocht zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou bezocht zijn | zou bezocht zijn | zou/zoudt bezocht zijn | zoudt bezocht zijn | zou bezocht zijn | zouden bezocht zijn | zouden bezocht zijn | zouden bezocht zijn |
bezochten