vervoeging van de bedrijvende vorm van bezorgen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | bezorgen | te bezorgen | ||||||||
toekomend | zullen bezorgen | te zullen bezorgen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben bezorgd | te hebben bezorgd | ||||||||
toekomend | bezorgd zullen hebben | bezorgd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
bezorgend | bezorgd | ev. bezorg |
mv. verouderd bezorgt |
bezorge | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | bezorg | bezorgt | bezorgt | bezorgt | bezorgt | bezorgen | bezorgen | bezorgen | |||
verleden (o.v.t.) | bezorgde | bezorgde | bezorgde | bezorgde | bezorgde | bezorgden | bezorgden | bezorgden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal bezorgen | zult/zal bezorgen | zult/zal bezorgen | zult bezorgen | zal bezorgen | zullen bezorgen | zullen bezorgen | zullen bezorgen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bezorgen | zou bezorgen | zou(dt) bezorgen | zoudt bezorgen | zou bezorgen | zouden bezorgen | zouden bezorgen | zouden bezorgen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb bezorgd | hebt bezorgd | hebt/heeft bezorgd | hebt bezorgd | heeft bezorgd | hebben bezorgd | hebben bezorgd | hebben bezorgd | |||
verleden (v.v.t.) | had bezorgd | had bezorgd | had bezorgd | hadt bezorgd | had bezorgd | hadden bezorgd | hadden bezorgd | hadden bezorgd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal bezorgd hebben | zal/zult bezorgd hebben | zult/zal bezorgd hebben | zult bezorgd hebben | zal bezorgd hebben | zullen bezorgd hebben | zullen bezorgd hebben | zullen bezorgd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou bezorgd hebben | zou bezorgd hebben | zou/zoudt bezorgd hebben | zoudt bezorgd hebben | zou bezorgd hebben | zouden bezorgd hebben | zouden bezorgd hebben | zouden bezorgd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm bezorgd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt bezorgd | er is bezorgd | |||||||||
verleden | er werd bezorgd | er was bezorgd | |||||||||
toekomend | er zal bezorgd worden | er zal bezorgd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou bezorgd worden | er zou bezorgd zijn | |||||||||
lijdende vorm bezorgd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | bezorgd worden | bezorgd te worden | ||||||||
toekomend | bezorgd zullen worden | bezorgd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | bezorgd zijn | bezorgd te zijn | ||||||||
toekomend | bezorgd zullen zijn | bezorgd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word bezorgd | wordt bezorgd | wordt bezorgd | wordt bezorgd | wordt bezorgd | worden bezorgd | worden bezorgd | worden bezorgd | |||
verleden (o.v.t.) | werd bezorgd | werd bezorgd | werd bezorgd | werdt bezorgd | werd bezorgd | werden bezorgd | werden bezorgd | werden bezorgd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal bezorgd worden | zult bezorgd worden | zult bezorgd worden | zult bezorgd worden | zal bezorgd worden | zullen bezorgd worden | zullen bezorgd worden | zullen bezorgd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bezorgd worden | zou bezorgd worden | zou/zoudt bezorgd worden | zoudt bezorgd worden | zou bezorgd worden | zouden bezorgd worden | zouden bezorgd worden | zouden bezorgd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben bezorgd | bent bezorgd | bent/is bezorgd | zijt bezorgd | is bezorgd | zijn bezorgd | zijn bezorgd | zijn bezorgd | |||
verleden (v.v.t.) | was bezorgd | was bezorgd | was bezorgd | waart bezorgd | was bezorgd | waren bezorgd | waren bezorgd | waren bezorgd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal bezorgd zijn | zult bezorgd zijn | zult bezorgd zijn | zult bezorgd zijn | zal bezorgd zijn | zullen bezorgd zijn | zullen bezorgd zijn | zullen bezorgd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou bezorgd zijn | zou bezorgd zijn | zou/zoudt bezorgd zijn | zoudt bezorgd zijn | zou bezorgd zijn | zouden bezorgd zijn | zouden bezorgd zijn | zouden bezorgd zijn |