Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
geit . In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
geit , maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
geit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
geit is hier. De definitie van het woord
geit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
geit , maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een geit.
de geit v
(evenhoevigen ) (veeteelt ) bepaald soort zoogdier Capra aegagrus hircus
Zij hebben een geit geadopteerd.
▸ Hij ging op het geluid af en zag, op een bergweitje tussen de rotsen, een kleine donkere jongen zijn geiten hoeden. [ 4]
(scheldwoord ) , (persoon ) scheldwoord voor een vrouw
Wat is dat een stomme geit , zeg!
(persoon ) benaming voor een grappig, eigenaardig persoon
Hij is toch zo'n geit , je blijft lachen met hem.
addaxgeit , angorageit , berggeit , bosgeit , dwerggeit , hemelgeit , huisgeit , huurgeit , kameelgeit , kasjmiergeit , kemelgeit , klapgeit , klimgeit , klipgeit , melkgeit , reegeit , schroefgeit , steengeit , stookgeit , tikgeit , typegeit
geitachtig , geitantilope , geitbrasem , geiten , geitenbaard , geitenbaars , geitenblad , geitenboer , geitenboerderij , geitenbok , geitenbond , geitenborst , geitenboter , geitenbreier , geitendrek , geitenfuif , geitengras , geitenhaar , geitenharen , geitenherder , geitenhoeder , geitenhoefblad , geitenhouder , geitenhouderij , geitenhuid , geitenkaas , geitenkeuring , geitenkeutel , geitenkop , geitenkruid , geitenkut , geitenkuttekop , geitenlam , geitenleder , geitenleer , geitenleren , geitenlul , geitenmelk , geitenmelker , geitenmest , geitenneuker , geitenoog , geitenpad , geitenpoep , geitenpoot , geitenras , geitenrust , geitensik , geitenstal , geitenteelt , geitenvacht , geitenvel , geitenvijg , geitenvlees , geitenvoet , geitenwol , geitenwollen , geitenyoghurt , geitepoep , geitgazelle
1. bepaald soort zoogdier Capra aegagrus hircus
geit
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geien
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geien
(verouderd ) gebiedende wijs meervoud van geien
geit
enkelvoud tegenwoordige tijd van geiten
gebiedende wijs van geiten
99 %
van de Nederlanders;
99 %
van de Vlamingen.[ 5]
geit v
(evenhoevigen ) geit
geit g
(evenhoevigen ) geit
: IPA : /ɣɛɪ t/ ~ /ɣɛɪ ð/ (Etsbergs)
: IPA :
(Etsbergs) : /ɣɛɪ t/
(Maastrichts) : /ɣɛːt/
geit
derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd van gaon .
geit m /v
v : geit (vrouwelijke geit)
m : bok
m /v : (evenhoevigen ) geit (soort)
enkelvoud
meervoud
geheel
gemuteerd
verkleind
gemuteerd verkleind
geheel
gemuteerd
verkleind
gemuteerd verkleind
nominatief
geit
cheit
geiteke
cheiteke
geiter
cheiter
geitekes
cheitekes
genitief
geit(s), geite
cheit(s), cheite
geitekes
cheitekes
geiter
cheiter
geitekes
cheitekes
locatief
geites
cheites
geiteske
cheiteske
geitese
cheitese
geiteskes
cheiteskes
datief
geit(e)
cheit(e)
geiteke
cheiteke
geiter
cheiter
geitekes
cheitekes
accusatief
geit
cheit
geiteke
cheiteke
geiter
cheiter
geitekes
cheitekes