Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
pet . In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
pet , maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
pet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
pet is hier. De definitie van het woord
pet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
pet , maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een pet met een opschrift dat verwijst naar het Engelse woord pet .
Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘hoofddeksel’ voor het eerst aangetroffen in 1806 [ 1]
zn v /m : herkomst onzeker; mogelijk een verkorting van Frans toupet "kuif " [ 2]
zn o : (letterwoord ) voor p olye theent ereftalaat
bn waarschijnlijk afgeleid van pet zn "hoofddeksel", vanwege de sterke associatie met iemand van lagere maatschappelijke stand [ 3]
de pet v / m
(hoofddeksel ) tamelijk plat hoofddeksel met een klep
De pet werd vroeger veel als hoofddeksel gedragen.[ 4]
▸ Ik droeg een pet met een lange achterflap om mijn nek te beschermen tegen de zon. [ 5]
Een boer heeft vaak een pet op.
1. tamelijk plat hoofddeksel met een klep
Daar kan ik met mijn pet niet bij
Daar neem ik mijn petje voor af
Daar heb ik bewondering voor
Dat gaat boven mijn pet
Het is te moeilijk voor mij
Iets onder de pet houden
Iets verbergen, verzwijgen
Er met de pet naar gooien
Ergens niet zijn best voor doen, slecht werk leveren
Een/Geen hoge pet van iemand ophebben
Wel/niet denken dat iemand ergens goed in is, wel/geen hoge dunk van iemand hebben
Jan met de pet
1. tamelijk plat hoofddeksel met een klep
het pet o
(materiaalkunde ) polyetheentereftalaat, soort lichte, doorschijnende kunststof
Een fles voor mineraal water is vaak van pet gemaakt.
(informeel ) erg slecht, waardeloos
Het weer was vandaag pet .
99 %
van de Nederlanders;
100 %
van de Vlamingen.[ 6]
↑ "pet" in: Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen , 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org ; ISBN 90 204 2045 3
↑ pet op website: Etymologiebank.nl
↑ pet op website: Etymologiebank.nl
↑ Dat gaat hem boven de pet , Pluskrant, 27 maart 2017
↑ Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
pet
hoeveel
pet
(dierkunde ) huisdier
(figuurlijk ) iemand die of iets dat een speciale (voorkeurs)behandeling krijgt, overdadig verwend/vertroeteld wordt e.d.
pet
als huisdier gehouden
favoriet , gekoesterd
pet
overgankelijk als huisdier houden
overgankelijk (overdadig) verwennen , vertroetelen
overgankelijk knuffelen , liefkozen
onovergankelijk als huisdier gehouden worden
onovergankelijk , (verouderd ) chagrijnig /knorrig zijn, mokken ww , mopperen , wrokken
pet m
(spreektaal ) wind , scheet
«Ça pue ici! Qui a lâché un pet ?»
Het stinkt hier! Wie heeft er een scheet gelaten?
«On tirerait plutôt un pet d'un âne mort.»
Hij is zo gierig als de pest (letterlijk: Je zou eerder een scheet uit een dooie ezel kunnen trekken) [ 1]
(spreektaal ) joint , stickie
«Quand le prof est entré dans la classe, y avait Yann à la fenêtre en train de fumer un gros pet .»
Toen de leraar de klas binnenkwam, zat Yann bij het raam een grote joint te roken. [ 1]
(spreektaal ) gelazer
«Lors de la manif, mes potes ont fait du pet .»
Bij de demonstratie zorgden mijn maten voor veel ophef. [ 1]
(spreektaal ) beschadiging
«Putain, y a un pet sur ma portière!»
Er zit verdomme een kras op mijn wagen! [ 1]
pet
(anatomie ) borst
pet
(hoofddeksel ) pet