vervoeging van de bedrijvende vorm van raden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | raden | te raden | ||||||||
toekomend | zullen raden | te zullen raden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geraden | te hebben geraden | ||||||||
toekomend | geraden zullen hebben | geraden te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
radend | geraden | ev. raad |
mv. verouderd raadt |
rade | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | raad | raadt | raadt | raadt | raadt | raden | raden | raden | |||
verleden (o.v.t.) | raadde/ ried | raadde/ ried | raadde/ ried | raadde/ riedt | raadde/ ried | raadden/ rieden | raadden/ rieden | raadden/ rieden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal raden | zult/zal raden | zult/zal raden | zult raden | zal raden | zullen raden | zullen raden | zullen raden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou raden | zou raden | zou(dt) raden | zoudt raden | zou raden | zouden raden | zouden raden | zouden raden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geraden | hebt geraden | hebt/heeft geraden | hebt geraden | heeft geraden | hebben geraden | hebben geraden | hebben geraden | |||
verleden (v.v.t.) | had geraden | had geraden | had geraden | hadt geraden | had geraden | hadden geraden | hadden geraden | hadden geraden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geraden hebben | zal/zult geraden hebben | zult/zal geraden hebben | zult geraden hebben | zal geraden hebben | zullen geraden hebben | zullen geraden hebben | zullen geraden hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geraden hebben | zou geraden hebben | zou/zoudt geraden hebben | zoudt geraden hebben | zou geraden hebben | zouden geraden hebben | zouden geraden hebben | zouden geraden hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geraden worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geraden | er is geraden | |||||||||
verleden | er werd geraden | er was geraden | |||||||||
toekomend | er zal geraden worden | er zal geraden zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geraden worden | er zou geraden zijn | |||||||||
lijdende vorm geraden worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geraden worden | geraden te worden | ||||||||
toekomend | geraden zullen worden | geraden te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geraden zijn | geraden te zijn | ||||||||
toekomend | geraden zullen zijn | geraden te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geraden | wordt geraden | wordt geraden | wordt geraden | wordt geraden | worden geraden | worden geraden | worden geraden | |||
verleden (o.v.t.) | werd geraden | werd geraden | werd geraden | werdt geraden | werd geraden | werden geraden | werden geraden | werden geraden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geraden worden | zult geraden worden | zult geraden worden | zult geraden worden | zal geraden worden | zullen geraden worden | zullen geraden worden | zullen geraden worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geraden worden | zou geraden worden | zou/zoudt geraden worden | zoudt geraden worden | zou geraden worden | zouden geraden worden | zouden geraden worden | zouden geraden worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geraden | bent geraden | bent/is geraden | zijt geraden | is geraden | zijn geraden | zijn geraden | zijn geraden | |||
verleden (v.v.t.) | was geraden | was geraden | was geraden | waart geraden | was geraden | waren geraden | waren geraden | waren geraden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geraden zijn | zult geraden zijn | zult geraden zijn | zult geraden zijn | zal geraden zijn | zullen geraden zijn | zullen geraden zijn | zullen geraden zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geraden zijn | zou geraden zijn | zou/zoudt geraden zijn | zoudt geraden zijn | zou geraden zijn | zouden geraden zijn | zouden geraden zijn | zouden geraden zijn |
De sterke OVT is het oudst maar tegenwoordig niet erg gebruikelijk meer, en wordt meestal alleen aangetroffen in afleidingen als aanraden en verraden.