Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
spannen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
spannen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
spannen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
spannen is hier. De definitie van het woord
spannen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
spannen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘strak trekken, vastmaken aan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1091 [1]
spannen
- overgankelijk onder trekkracht brengen [2]
- Hij spande een paar waslijnen tussen zijn tentstokken.
- overgankelijk (Vroegnieuwnederlands) het werkwoord behoorde tot klasse 7 en de verleden tijd was spien
- «⧖ Ende mettien was daer een schotter dye hiet Casin, dye welcke spien eenen cruysboghe en schoot met eenen ghevenijneirden careele naer den Graue Willem, ende gherochtene in sine schoudere seere diepe, so datmene moest wech leeden, van welcker quetsuere hi starf binnen.vij.daghen daer naer.»[3]
En samen met hen was er een schutter, Casin genaamd, die een kruisboog spande en een vergifitigde pijl naar graaf Willem schoot en hem zeer diep in zijn schouder trof, zodat men hem weg moest voeren, van welke verwonding hij binnen zeven dagen daarna stierf.
1. onder trekkracht brengen
iemand spant de kroon
- Duits: jemand übertrifft alles
|
de spannen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord span
- meervoud van het zelfstandig naamwoord spanne
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[4]
|
- Afgeleid van het Middelhoogduitse spannen
spannen
- spannen
spannen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord span
- Afgeleid van het Oudhoogduitse spinnan
spannen
- spinnen; een lange draad vervaardigen door enkele vezels in elkaar te vervlechten
- spinnen; (van katten) een snorrend geluid maken, snorren
- Afgeleid van het Middelengelse spannan
spannen
- wikkelen, omwinden
- pakken, grijpen
- Afgeleid van het Oudsaksische spannan
spannen
- spannen
- Afgeleid van het Oudnederlandse *spannan
spannen
- spannen
spannen
- spannen
spannen
- (Zuidwestfaals) spannen