vervoeging van de bedrijvende vorm van delen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | delen | te delen | ||||||
toekomend | zullen delen | te zullen delen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gedeeld | te hebben gedeeld | ||||||
toekomend | gedeeld zullen hebben | gedeeld te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
delend | gedeeld | ev. deel |
mv. verouderd deelt |
dele | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | deel | deelt | deelt | deelt | deelt | delen | delen | delen | |
verleden (o.v.t.) | deelde | deelde | deelde | deelde | deelde | deelden | deelden | deelden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal delen | zult/zal delen | zult/zal delen | zult delen | zal delen | zullen delen | zullen delen | zullen delen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou delen | zou delen | zou(dt) delen | zoudt delen | zou delen | zouden delen | zouden delen | zouden delen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gedeeld | hebt gedeeld | hebt/heeft gedeeld | hebt gedeeld | heeft gedeeld | hebben gedeeld | hebben gedeeld | hebben gedeeld | |
verleden (v.v.t.) | had gedeeld | had gedeeld | had gedeeld | hadt gedeeld | had gedeeld | hadden gedeeld | hadden gedeeld | hadden gedeeld | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedeeld hebben | zal/zult gedeeld hebben | zult/zal gedeeld hebben | zult gedeeld hebben | zal gedeeld hebben | zullen gedeeld hebben | zullen gedeeld hebben | zullen gedeeld hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedeeld hebben | zou gedeeld hebben | zou/zoudt gedeeld hebben | zoudt gedeeld hebben | zou gedeeld hebben | zouden gedeeld hebben | zouden gedeeld hebben | zouden gedeeld hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm gedeeld worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt gedeeld | er is gedeeld | |||||||
verleden | er werd gedeeld | er was gedeeld | |||||||
toekomend | er zal gedeeld worden | er zal gedeeld zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou gedeeld worden | er zou gedeeld zijn |