li

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord li. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord li, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je li in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord li is hier. De definitie van het woord li zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanli, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

li

  1. (toponiem: land) (communicatie) (tweelettercode als topleveldomein in internetadressen ) Liechtenstein
  2. (informatica) html-element om een item binnen een opsomming aan te geven


4. Chinese pot of ketel op drie holle poten
  • li
enkelvoud meervoud
naamwoord li li's
verkleinwoord - -

de lim

  1. (eenheid) Chinese lengtemaat, nu gestandaardiseerd tot ½ km
    • In de tijd van Wang Wei was een li (…), een Chinese mijl, ongeveer een derde kilometer. [1]
  2. (eenheid) Chinese gewichtseenheid voor edelmetalen en andere kostbare stoffen, vroeger ongeveer 0.04 mg, één duizendste liang, nu gestandaardiseerd tot 50 mg
  3. (financieel) (geschiedenis) Chinese rekeneenheid, met de waarde van de gewichtseenheid li in zilver, of één duizendste taël
  4. Chinese pot of ketel op drie holle poten
    • Ze krabden kuilen in onze bloembedden, braken tweemaal een Li, die door Ludo zorgvuldig gelijmd werd, (…) [2]


li m en v

  1. hem, haar, het (meewerkend voorwerp, vóór het werkwoord)
  2. u (meewerkend voorwerp, vóór het werkwoord)


  • li

li

  1. hij


  enkelvoud meervoud (2-4) meervoud (5+)
1e persoon
(neutraal)
le lezh len
1e persoon
(geliefd)
la lazh lan
1e persoon
(geëerd)
li lizh lin
1e persoon
(veracht)
lhele lhelezh lhelen
2e persoon
(neutraal)
ne nezh nen
2e persoon
(geliefd)
na nazh nan
2e persoon
(geëerd)
ni nizh nin
2e persoon
(veracht)
lhene lhenezh lhenen
3e persoon
(neutraal)
be bezh ben
3e persoon
(geliefd)
ba bazh ban
3e persoon
(geëerd)
bi bizh bin
3e persoon
(veracht)
lhebe lhebezh lheben

li

  1. ik (geëerd)


li in Sitelen Pona
  • li

li

  1. gaat vooraf aan het predicaat, tenzij het onderwerp mi of sina is