vervoeging van de bedrijvende vorm van vestigen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | vestigen | te vestigen | ||||||||
toekomend | zullen vestigen | te zullen vestigen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gevestigd | te hebben gevestigd | ||||||||
toekomend | gevestigd zullen hebben | gevestigd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
vestigend | gevestigd | ev. vestig |
mv. verouderd vestigt |
vestige | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | vestig | vestigt | vestigt | vestigt | vestigt | vestigen | vestigen | vestigen | |||
verleden (o.v.t.) | vestigde | vestigde | vestigde | vestigde | vestigde | vestigden | vestigden | vestigden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal vestigen | zult/zal vestigen | zult/zal vestigen | zult vestigen | zal vestigen | zullen vestigen | zullen vestigen | zullen vestigen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou vestigen | zou vestigen | zou(dt) vestigen | zoudt vestigen | zou vestigen | zouden vestigen | zouden vestigen | zouden vestigen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gevestigd | hebt gevestigd | hebt/heeft gevestigd | hebt gevestigd | heeft gevestigd | hebben gevestigd | hebben gevestigd | hebben gevestigd | |||
verleden (v.v.t.) | had gevestigd | had gevestigd | had gevestigd | hadt gevestigd | had gevestigd | hadden gevestigd | hadden gevestigd | hadden gevestigd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gevestigd hebben | zal/zult gevestigd hebben | zult/zal gevestigd hebben | zult gevestigd hebben | zal gevestigd hebben | zullen gevestigd hebben | zullen gevestigd hebben | zullen gevestigd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gevestigd hebben | zou gevestigd hebben | zou/zoudt gevestigd hebben | zoudt gevestigd hebben | zou gevestigd hebben | zouden gevestigd hebben | zouden gevestigd hebben | zouden gevestigd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gevestigd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gevestigd | er is gevestigd | |||||||||
verleden | er werd gevestigd | er was gevestigd | |||||||||
toekomend | er zal gevestigd worden | er zal gevestigd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gevestigd worden | er zou gevestigd zijn | |||||||||
lijdende vorm gevestigd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gevestigd worden | gevestigd te worden | ||||||||
toekomend | gevestigd zullen worden | gevestigd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gevestigd zijn | gevestigd te zijn | ||||||||
toekomend | gevestigd zullen zijn | gevestigd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gevestigd | wordt gevestigd | wordt gevestigd | wordt gevestigd | wordt gevestigd | worden gevestigd | worden gevestigd | worden gevestigd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gevestigd | werd gevestigd | werd gevestigd | werdt gevestigd | werd gevestigd | werden gevestigd | werden gevestigd | werden gevestigd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gevestigd worden | zult gevestigd worden | zult gevestigd worden | zult gevestigd worden | zal gevestigd worden | zullen gevestigd worden | zullen gevestigd worden | zullen gevestigd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gevestigd worden | zou gevestigd worden | zou/zoudt gevestigd worden | zoudt gevestigd worden | zou gevestigd worden | zouden gevestigd worden | zouden gevestigd worden | zouden gevestigd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gevestigd | bent gevestigd | bent/is gevestigd | zijt gevestigd | is gevestigd | zijn gevestigd | zijn gevestigd | zijn gevestigd | |||
verleden (v.v.t.) | was gevestigd | was gevestigd | was gevestigd | waart gevestigd | was gevestigd | waren gevestigd | waren gevestigd | waren gevestigd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gevestigd zijn | zult gevestigd zijn | zult gevestigd zijn | zult gevestigd zijn | zal gevestigd zijn | zullen gevestigd zijn | zullen gevestigd zijn | zullen gevestigd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gevestigd zijn | zou gevestigd zijn | zou/zoudt gevestigd zijn | zoudt gevestigd zijn | zou gevestigd zijn | zouden gevestigd zijn | zouden gevestigd zijn | zouden gevestigd zijn |
vervoeging van het Nederlandse werkwoord zich vestigen | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | toekomende tijd | ||||||||||
enkelvoud | meervoud | enkelvoud | meervoud | enkelvoud | meervoud | |||||||
1 | ik | vestig me | wij, we | vestigen ons | ik | vestigde me | wij, we | vestigden ons | ik | zal me vestigen | wij, we | zullen ons vestigen |
2 | jij, je | vestigt je | jullie | vestigen je | jij, je | vestigde je | jullie | vestigden je | jij, je | zal, zult je vestigen | jullie | zullen je vestigen |
u | vestigt zich/u | u | vestigt zich/u | u | vestigde zich/u | u | vestigde zich/u | u | zult zich/u vestigen | u | zult zich/u vestigen | |
gij, ge | vestigt u | gij, ge, gijlieden |
vestigt u | gij, ge | vestigde u | gij, ge, gijlieden |
vestigde u | gij, ge | zult u vestigen | gij, ge gijlieden |
zult u vestigen | |
3 | hij, zij, het | vestigt zich | zij, ze | vestigen zich | hij, zij, het | vestigde zich | zij, ze | vestigden zich | hij, zij, het | zal zich vestigen | zij, ze | zullen zich vestigen |
onvoltooid deelwoord | voltooide tijd | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | |||||||||
zich vestigend | zich gevestigd hebben | vestig u/je , vestigt je | vestige zich |