WikiWoordenboek:Lijst 2015 Spellingwet/16

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord WikiWoordenboek:Lijst 2015 Spellingwet/16. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord WikiWoordenboek:Lijst 2015 Spellingwet/16, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je WikiWoordenboek:Lijst 2015 Spellingwet/16 in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord WikiWoordenboek:Lijst 2015 Spellingwet/16 is hier. De definitie van het woord WikiWoordenboek:Lijst 2015 Spellingwet/16 zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanWikiWoordenboek:Lijst 2015 Spellingwet/16, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  1. di
  2. di.
  3. dia
  4. dia-avond
  5. diabaas
  6. diabeet
  7. diabetes
  8. diabetes mellitus
  9. diabeticus
  10. diabetisch
  11. diaboliseren
  12. diabolo
  13. diachronisch
  14. diaconaal
  15. diaconaat
  16. diaconie
  17. diadeem
  18. diafragma
  19. diagnose
  20. diagnosticeren
  21. diagnosticering
  22. diagnostiek
  23. diagnostisch
  24. diagonaal
  25. diagram
  26. diagramstelling
  27. diaken
  28. diakritisch
  29. dialect
  30. dialectiek
  31. dialectisch
  32. dialectwoordenboek
  33. dialogeren
  34. dialoog
  35. dialyse
  36. dialysemachine
  37. dialyseren
  38. diamant
  39. diamantbewerker
  40. diamanten
  41. diamantnijverheid
  42. diamantslijper
  43. diameter
  44. diametraal
  45. diapositief
  46. diaprogramma
  47. diarree
  48. diaspora
  49. diasporabeleid
  50. diatheek
  51. diavoorstelling
  52. dibbes
  53. dichotomie
  54. dichotoom
  55. dicht
  56. dichtbebost
  57. dichtbebouwd
  58. dichtbegroeid
  59. dichtbevolkt
  60. dichtbij
  61. dichtbijgelegen
  62. dichtbundel
  63. dichtdoen
  64. dichtdraaien
  65. dichten
  66. dichter
  67. dichterbij
  68. dichteres
  69. dichterlijkheid
  70. dichtgaan
  71. dichtgooien
  72. dichtheid
  73. dichthouden
  74. dichting
  75. dichtklappen
  76. dichtknijpen
  77. dichtknopen
  78. dichtleggen
  79. dichtmaken
  80. dichtplakken
  81. dichtrijden
  82. dichtritsen
  83. dichtslaan
  84. dichtslibben
  85. dichtsmijten
  86. dichtstbijzijnd
  87. dichttimmeren
  88. dichttrekken
  89. dichtvallen
  90. dichtvouwen
  91. dichtzetten
  92. dichtzitten
  93. dictaat
  94. dictafoon
  95. dictator
  96. dictatuur
  97. dictee
  98. dicteren
  99. dictie
  100. dictionaire
  101. dictum
  102. didacticus
  103. didactiek
  104. didactisch
  105. didgeridoo
  106. die
  107. dieet
  108. dief
  109. diefijzer
  110. diefstal
  111. diegene
  112. diegenen
  113. diehard
  114. dieken
  115. dien
  116. dienaangaande
  117. dienaar
  118. dienblad
  119. dienen
  120. dienovereenkomstig
  121. diens
  122. dienst
  123. dienst na verkoop
  124. dienstbaarheid
  125. dienstbetrekking
  126. dienstbode
  127. dienstbodekamer
  128. dienstdoen
  129. dienstdoend
  130. dienstencheque
  131. dienstenpakket
  132. dienstensector
  133. dienster
  134. diensthoofd
  135. dienstig
  136. dienstijver
  137. dienstmeid
  138. dienstorder
  139. dienstplichtige
  140. dienstregeling
  141. dienstrooster
  142. diensttijd
  143. dienstverband
  144. dienstverlener
  145. dienstverlening
  146. dienstvrouw
  147. dientengevolge
  148. diep
  149. diepbedroefd
  150. diepen
  151. dieperik
  152. diepgaand
  153. diepgang
  154. diepgelovig
  155. diepgeworteld
  156. diepliggend
  157. dieprood
  158. diepte
  159. diepte-interview
  160. dieptepunt
  161. dieptriest
  162. diepvries
  163. diepvriezen
  164. diepvriezer
  165. diepzee
  166. diepzee-expeditie
  167. diepzeeduiken
  168. diepzeeonderzoek
  169. dier
  170. dierbaar
  171. dierenarts
  172. dierenasiel
  173. dierenbescherming
  174. dierendag
  175. dierenfabel
  176. dierenpark
  177. dierenrechten
  178. dierenriem
  179. dierentuin
  180. dierenverzorger
  181. dierenvoeding
  182. dierenvoer
  183. dierenvriend
  184. dierenwelzijn
  185. diergeneeskunde
  186. dierlijk
  187. dierproef
  188. diersoort
  189. diervoeding
  190. diervoer
  191. dierwelzijn
  192. dierziekte
  193. dies
  194. dies natalis
  195. diesel
  196. dieselauto
  197. dieselmotor
  198. diets maken
  199. dievegge
  200. dieven
  201. dievenijzer
  202. dieventaal
  203. diezelfde
  204. diffameren
  205. different
  206. differentiaal
  207. differentiatie
  208. differentie
  209. differentieel
  210. differentiëren
  211. diffunderen
  212. diffusie
  213. diffusor
  214. diffuus
  215. difterie
  216. diftong
  217. digestaat
  218. digestief
  219. diggen
  220. digibeet
  221. digibord
  222. digitaal
  223. digitalisatie
  224. digitaliseren
  225. digitalisering
  226. dignitaris
  227. dij
  228. dijbeen
  229. dijen
  230. dijenkletser
  231. dijk
  232. dijken
  233. dijkgraaf
  234. dijonmosterd
  235. dik
  236. dikkedarmkanker
  237. dikken
  238. dikkerd
  239. dikketruiendag
  240. dikte
  241. dikwijls
  242. dilatatie
  243. dilatoir
  244. dildo
  245. dilemma
  246. dilettant
  247. dilettante
  248. diligence
  249. diligent
  250. dille
  251. dimensie
  252. dimensionaal
  253. dimensioneel
  254. dimensioneren
  255. dimensionering
  256. diminutief
  257. dimmen
  258. dimmer
  259. dimsum
  260. dinar
  261. diner
  262. diner dansant
  263. dinerbon
  264. dinerbuffet
  265. dineren
  266. ding
  267. dingen
  268. dinges
  269. dingo
  270. dino
  271. dinosauriër
  272. dinosaurus
  273. dinsdag
  274. dinsdagavond
  275. dinsdagmiddag
  276. dinsdagmorgen
  277. dinsdagnacht
  278. dinsdagnamiddag
  279. dinsdagochtend
  280. dinsdags
  281. dinsdagvoormiddag
  282. diocees
  283. diocese
  284. diode
  285. dionysisch
  286. diorama
  287. dioxide
  288. dioxine
  289. dip
  290. diploma
  291. diploma-inflatie
  292. diploma-uitreiking
  293. diplomaat
  294. diplomabezitter
  295. diplomatenopleiding
  296. diplomatie
  297. diplomatiek
  298. diplomatisch
  299. diplomering
  300. dippen
  301. diptiek
  302. direct
  303. direct mail
  304. direct marketing
  305. directbetrokkene
  306. directeur
  307. directeur-bestuurder
  308. directeur-eigenaar
  309. directeur-generaal
  310. directeur-grootaandeelhouder
  311. directeurenberaad
  312. directheid
  313. directie
  314. directieassistent
  315. directieassistente
  316. directiecomité
  317. directief
  318. directielid
  319. directieoverleg
  320. directieraad
  321. directiesecretaresse
  322. directiestoel
  323. directievergadering
  324. directievoering
  325. directioneel
  326. directmailcampagne
  327. directoire
  328. directoraat
  329. directoraat-generaal
  330. directory
  331. directrice
  332. dirigent
  333. dirigeren
  334. dirndl
  335. dis
  336. disbalans
  337. discipel
  338. disciplinair
  339. discipline
  340. disciplineren
  341. disclaimer
  342. discman
  343. disco
  344. discoavond
  345. discomfort
  346. disconteren
  347. discontinu
  348. discontinuïteit
  349. disconto
  350. discotheek
  351. discount
  352. discours
  353. discrediteren
  354. discreet
  355. discrepantie
  356. discretie
  357. discretionair
  358. discriminatie
  359. discriminatoir
  360. discrimineren
  361. discus
  362. discussiant
  363. discussie
  364. discussieavond
  365. discussiepunt
  366. discussiëren
  367. discuswerpen
  368. discutabel
  369. discuteren
  370. disfunctie
  371. disfunctioneel
  372. disfunctioneren
  373. disharmonie
  374. disharmonisch
  375. disk
  376. diskdrive
  377. diskette
  378. diskjockey
  379. diskrediet
  380. diskwalificatie
  381. diskwalificeren
  382. dislocatie
  383. dispacheur
  384. dispatch
  385. dispatchen
  386. dispatcher
  387. dispatching
  388. dispensatie
  389. dispensatiegeval
  390. dispenser
  391. dispersie
  392. display
  393. dispositie
  394. dispositief
  395. disproportioneel
  396. dispuut
  397. disregulatie
  398. disrespect
  399. disrespectvol
  400. disruptief
  401. diss
  402. dissecteren
  403. dissectie
  404. dissel
  405. disseminatie
  406. dissen
  407. dissertatie
  408. dissident
  409. dissipatie
  410. dissiperen
  411. dissociatie
  412. dissociëren
  413. dissolvant
  414. dissonant
  415. dissonantie
  416. distantie
  417. distantiëren
  418. distel
  419. distensie
  420. distillaat
  421. distillatie
  422. distilleerderij
  423. distilleren
  424. distinctie
  425. distorsie
  426. distribueren
  427. distributeur
  428. distributie
  429. distributiecentrum
  430. distributiestation
  431. district
  432. districtbewoner
  433. districtmeester
  434. districtsbegroting
  435. districtsbestuur
  436. districtsbewoner
  437. districtscommissariaat
  438. districtscommissaris
  439. districtskantoor
  440. districtsmeester
  441. districtsplan
  442. districtsraad
  443. districtsraadslid
  444. districtssecretaris
  445. districtstoelage
  446. dit
  447. ditje
  448. ditjes en datjes
  449. ditmaal
  450. dito
  451. ditzelfde
  452. div.
  453. diva
  454. divan
  455. divergentie
  456. divergeren
  457. divers
  458. diversen
  459. diversificatie
  460. diversificeren
  461. diversifiëren
  462. diversifiëring
  463. diversiteit
  464. diversiteitbeleid
  465. diversiteitsbeleid
  466. dividend
  467. dividiviboom
  468. divisie
  469. dixi
  470. dixit
  471. dizzy
  472. diëlektricum
  473. diëlektrisch
  474. diëten
  475. diëter
  476. diëtetiek
  477. diëtiek
  478. diëtist
  479. diëtiste
  480. diëtistenopleiding
  481. dj
  482. dj'en
  483. dj-set
  484. djahé
  485. djak
  486. djaran kepang
  487. djellaba
  488. djembé
  489. djeroek
  490. djinn
  491. djoinen
  492. djorken
  493. djus
  494. dl
  495. dm