Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
tap. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
tap, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
tap in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
tap is hier. De definitie van het woord
tap zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
tap, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de tap m
- uitsteeksel, stomp
- Op de plaats waar de tak is afgezaagd is nog altijd een tap zichtbaar.
- (techniek) (conische) uiteinde van een as
- De tappen worden uit de lagers gelicht.
- (techniek) uiteinde van een staaf of draadeind
- De tap van de schroefbout is te lang.
- (muziekinstrument) dunner gemaakte uiteinde van de buis van een blaasinstrument
- De tappen van deze blokfluit mogen wel eens worden ingevet.
- (techniek), (metaalbewerking) hardstalen staafje met schroefdraad waarmee binnendraad wordt getapt
- Een setje van drie tappen.
- (techniek) houten pen ter borging van een pen-en-gatverbinding
- De tappen in de houtverbindingen zitten nog altijd stevig vast.
- (techniek) afsluiting en aftapkraan van een vat
- Een tap plaatsen noemt men “aanslaan”.
- (techniek) aftak- of aansluitpunt op een kabel of leiding voor water-, gas- elektriciteit, etc.
- De tap op de telefoonkabel is pas later ontdekt.
4. dunner gemaakte uiteinde van de buis van een blaasinstrument
5. schroefdraadsnijgereedschap
8. aftakking van kabel of leiding
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
tap
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tappen
- gebiedende wijs van tappen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tappen
98 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[3]
|
- Klanknabootsend, aangetroffen in het Middelengels tappen “zachtjes kloppen, tikken” (mogelijk beïnvloed door Frans taper). [1]
- - Ontwikkeld uit Oudengels tæppian “openen via een afsluitpin”, tæppa “afsluitpin” [2]
tap
- tik , het licht ergens tegenaan slaan, of het geluid daarvan
- (techniek) kraan , tapkraan, tap , voor vloeistof, gas etc.
- (horeca), (drinken) tapperij, een gelegenheid waar drank uit het vat wordt geschonken
- (techniek) draadtap, om schroefdraad te tappen
- (techniek) tap, hals aan staaf/buis om die in een volgende te schuiven
- (techniek) tap, aftakking van transformator, kabel of buisleiding
tap
- onovergankelijk kloppen, tikken
- onovergankelijk trippelen
- overgankelijk doen tikken/kloppen
- overgankelijk aftappen
- overgankelijk (een vat e.d.) van een kraan /zwik voorzien
- overgankelijk, (techniek) van een schroefdraad voorzien
- overgankelijk (een fles wijn e.d.) aanbreken , openen
- overgankelijk, (textiel), (AE) lappen , schoenlappen
- overgankelijk, (informeel), (AE) bédelen om
- ↑ Weblink bron tap2 in: Oxford English Dictionary, second edition (1989) op oed.com
- ↑ Weblink bron tap1 in: Oxford English Dictionary, second edition (1989) op oed.com
tap o
- verlies
- «Påsken forløp uten tap av menneskeliv.»
- Pasen verliep zonder verlies van mensenleven.
- (economie) verlies (bijv. een koersverlies)
- «Spekulasjonen endte med tap.»
- De speculatie eindigde met verlies.
- (sport) nederlaag
een verlies lijden
met verlies verkopen
een bittere nederlag
tap, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van tap
tap o
- verlies
- (economie) verlies (bijv. een koersverlies)
- «Spekulasjonen endte med tap.»
- De speculatie eindigde met verlies.
- (sport) nederlaag
- «Det vart tap i siste fotballkampen.»
- Er was een verlies in de laatste voetbalwedstrijd.
een verlies lijden
een bittere nederlag
tap, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van tap