Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
si. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
si, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
si in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
si is hier. De definitie van het woord
si zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
si, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘muzieknoot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1561
de si v
- (muziek) zevende muzieknoot in de toonladder.
zevende muzieknoot in de toonladder
34 % |
van de Nederlanders;
|
51 % |
van de Vlamingen.
|
- Afgeleid van het Middelhoogduitse si / sie
si
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk enkelvoud
si
- zij, ze; 3e persoon meervoud
- Afgeleid van het Middelhoogduitse sein / sīn
si
- zijn; eigendom van 3e persoon mannelijk enkelvoud
- zijn; eigendom van 3e persoon onzijdig enkelvoud
- Afgeleid van het Middelhoogduitse sīn
si
- zijn
- van het Latijnse si (als)
si
- als (in het geval dat)
si m en v, enk en mv
- zichzelf (na een voorzetsel)
- elkaar (na een voorzetsel)
- Afgeleid van het Middelhoogduitse si / sie
si
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk enkelvoud
si
- (muziek) si; zevende muzieknoot in de toonladder
si
- zich
si
- jawel, toch wel
- Tu ne viens pas? Si, je viens. – Kom je niet? Jawel, ik kom.
- zo (heel erg)
- J’étais si fatigué. – Ik was zo moe.
si
- als (in het geval dat).
- Si j’étais riche, je m’achéterais une maison. – Als ik rijk was, zou ik me een huis kopen.
- of (inleiding van een bijzin om onzekerheid aan te geven).
- Je ne sais pas si je viendrai. – Ik weet niet of ik zal komen.
- (als)
enkelvoud
|
meervoud
|
zonder lidwoord
|
met lidwoord
|
zonder lidwoord
|
met lidwoord
|
si
|
le si
|
si
|
les si
|
si m
- (muziek): de muziektoon “b” ook “si” of “ti”
si
- zij, ze 3e persoon nominatief vrouwelijk enkelvoud
si
- als (in het geval dat)
si
- (muziek) si; zevende muzieknoot in de toonladder
- Afgeleid van het Middelhoogduitse si / sie
si
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk nominatief enkelvoud
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk accusatief enkelvoud
- Afgeleid van het Middelhoogduitse si / sie
si
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk nominatief meervoud
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk accusatief meervoud
- Afgeleid van het Angelsaksische sīe
si
- enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van been
- IPA: /siɛ/, /siə/, (en mogelijk) /siː/
- Afgeleid van het Oudsaksische sia / siu
si
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk nominatief enkelvoud
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk accusatief enkelvoud
si
- zij, ze; 3e persoon nominatief meervoud
- zij, ze; 3e persoon accusatief meervoud
si
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk nominatief enkelvoud
si
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk nominatief meervoud
si
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van sijn / wēsen
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van sijn / wēsen
- Afkomstig van het Oudnoorse woord segja.
si
- overgankelijk zeggen
- «Han sa ikke et ord.»
- Hij heeft geen woord gezegd.
- overgankelijk een dierengeluid doen, verbi gratia loeien.
- «Kua sier mø.»
- De koe loeit.
si v
- de; bepaald lidwoord nominatief
si o
- (muziek) si; zevende muzieknoot in de toonladder
si
- zich, zichzelf; datief wederkerend voornaamwoord
si
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van byť
- van het Latijnse si (als)
si
- als (in het geval dat).
si m
- si (muzieknoot).
si
- zien
si
- zich, zichzelf; datief wederkerend voornaamwoord
si o
- (muziek) si; zevende muzieknoot in de toonladder