WikiWoordenboek:Lijst met 1000 basiswoorden

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord WikiWoordenboek:Lijst met 1000 basiswoorden. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord WikiWoordenboek:Lijst met 1000 basiswoorden, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je WikiWoordenboek:Lijst met 1000 basiswoorden in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord WikiWoordenboek:Lijst met 1000 basiswoorden is hier. De definitie van het woord WikiWoordenboek:Lijst met 1000 basiswoorden zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanWikiWoordenboek:Lijst met 1000 basiswoorden, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Deze lijst is de Nederlandse versie van een algemene lijst van de meest voorkomende woorden in een taal en is om die reden afgesloten voor bewerking.

Sinds 26 september 2007 zijn alle links blauw, maar dat wil niet zeggen dat er niet lemma's bij zijn die nog op uitbreiding of verbetering wachten. Verder zijn er andere lijsten waar nog veel links op opvulling wachten, zoals OpenTaal.

Een overzicht van de voorhanden woorden vindt u in de categorie Categorie:Woorden in het Nederlands. Deze lijst is gebaseerd op WikiWoordenboek:Lijst van 1000 Engelse basiswoorden.

A

aan, aanbod, aanraken, aanval, aap, aardappel, aarde, aardig, acht, achter, actief, activiteit, ademen, af, afgelopen, afhangen, afmaken, afname, afspraak, afval, al, algemeen, alleen, alles, als, alsjeblieft, altijd, ander, andere, anders, angst, antwoord, antwoorden, appel, arm, auto, avond, avondeten

B

baan, baby, bad, bal, bang, bank, basis, bed, bedekken, bedreiging, bedreven, been, beer, beest, beetje, begin, begrijpen, begrip, behalve, beide, beker, bel, belangrijk, bellen, belofte, beneden, benzine, berg, beroemd, beroep, bescherm, beslissen, best, betalen, beter, bevatten, bewegen, bewolkt, bezoek, bibliotheek, bieden, bij, bijna, bijten, bijvoorbeeld, bijzonder, binnen, binnenkort, blad, blauw, blazen, blij, blijven, bloed, bloem, bodem, boek, boerderij, boete, boom, boon, boord, boos, bord, borstelen, bos, bot, bouwen, boven, branden, brandstof, breed, breken, brengen, brief, broer, broek, brood, brug, bruikbaar, bruiloft, bruin, bui, buiten, bureau, buren, bus, buurman, buurvrouw

C

cadeau, chocolade, cirkel, comfortabel, compleet, computer, conditie, controle, cool, correct

D

daar, daarom, dag, dak, dan, dansen, dapper, dat, de, deel, deken, deksel, delen, derde, deze, dichtbij, dienen, diep, dier, dik, ding, dit, dochter, doen, dom, donker, dood, door, doorzichtig, doos, dorp, draad, draaien, dragen, drie, drijven, drinken, drogen, dromen, droog, druk, dubbel, dun, dus, duur, duwen

E

echt, een, één, eend, eenheid, eenzaam, eerste, eeuw, effect, ei, eigen, eiland, einde, eis, elektrisch, elk, en, enkele, enthousiast, erg, eten, even, examen, extreem

F

falen , familie, feest, feit, fel, fijn, film, fit, fles, foto, fout, fris, fruit

G

gaan, gat, gebeuren, gebeurtenis, gebied, geboorte, geboren, gebruik, gebruikelijk, gebruiken, gedrag, gedragen, geel, geen, gehoorzamen, geit, geld, geliefde, gelijk, geloof, geluid, geluk, gemak, gemakkelijk, gemeen, genieten, genoeg, genot, gerecht, gereedschap, geschikt, gespannen, geur, gevaar, gevaarlijk, gevangenis, geven, gevolg, gewicht, gewoon, gezicht, gezond, gif, gisteren, glad, glas, glimlach, god, goed, goedkoop, goud, graf, grap, grappig, gras, grens, grijs, groeien, groen, groente, groep, grof, grond, groot, grootmoeder, grootvader

H

haan, haar, haast, hal, halen, half, hallo, hamer, hand, hard, hart, haten, hebben, heel, heet, helder, helft, help, hem, hemel, hen, herfst, herinneren, hert, het, heuvel, hier, hij, hobby, hoe, hoed, hoek, hoeveel, hoeveelheid, hoewel, hond, honderd, honger, hoofd, hoog, hoogte, hoop, horen, hotel, houden, huilen, huis, hun, huren, hut, huur

I

idee, ieder, iedereen, iemand, iets, ijs, ijzer, ik, in, instrument

J

ja, jaar, jagen, jas, jij, jong, jongen, jouw, jullie

K

kaars, kaart, kaas, kamer, kans, kant, kantoor, kap, kast, kasteel, kat, kennen, kennis, keuken, keus, kiezen, kijken, kind, kip, kist, klaar, klas, klasse, kleden, klein, kleren, kleur, klimmen, klok, kloppen, klopt, knie, knippen, koers, koffer, koffie, kok, koken, kom, komen, koning, koningin, koorts, kop, kopen, kort, kost, kosten, koud, kraam, kracht, krant, krijgen, kruis, kuil, kunnen, kunst

L

laag, laat, laatst, lach, lachen, ladder, laken, lamp, land, lang, langs, langzaam, laten, leeftijd, leeg, leerling, leeuw, leger, leiden, lenen, lengte, lepel, leren, les, leuk, leven, lezen, lichaam, licht, liefde, liegen, liggen, lijk, lijken, liniaal, links, lip, list, lomp, lood, lopen, los, lot, lucht, lui, luisteren, lunch

M

maag, maal, maaltijd, maan, maand, maar, maat, machine, maken, makkelijk, mama, man, mand, manier, map, markeren, markt, me, medicijn, meel, meer, meerdere, meest, meisje, melk, meneer, mengsel, mensen, mes, met, meubel, mevrouw, middel, midden, mij, mijn , miljoen, min, minder, minuut, mis, missen, mits, model, modern, moeder, moeilijk, moeten, mogelijk, mogen, moment, mond, mooi, moord, moorden, morgen, munt, muziek

N

na, naald, naam, naar, naast, nacht, nat, natuur, natuurlijk, nee, neer, negen, nek, nemen, net, netjes, neus, niet, niets, nieuw, nieuws, nobel, noch, nodig, noemen, nog, nood, nooit, noord, noot, normaal, nu, nul, nummer

O

object, oceaan, ochtend, oefening, of, offer, olie, olifant, om, oma, onder, onderwerp, onderzoek, oneven, ongeluk, ons, ontsnappen, ontbijt, ontdekken, ontmoeten, ontvangen, ontwikkelen, onze, oog, ooit, ook, oom, oor, oorlog, oorzaak, oost, op, opa, opeens, open, openlijk, opleiding, opnemen, oranje, orde, oud, ouder, over, overal, overeenkomen, overleden, overvallen

P

paar, paard, pad, pagina, pan, papa, papier, park, partner, pas, passeren, pen, peper, per, perfect, periode, persoon, piano, pijn, pistool, plaat, plaatje, plaats, plafond, plank, plant, plastic, plat, plattegrond, plein, plus, poes, politie, poort, populair, positie, postzegel, potlood, praten, presenteren, prijs, prins, prinses, privé, proberen, probleem, product, provincie, publiek, punt

R

raak, raam, radio, raken, rapport, recht, rechtdoor, rechts, rechtvaardig, redden, reeds, regen, reiken, reizen, rekenmachine, rennen, repareren, rest, restaurant, resultaat, richting, rijk, rijst, rijzen, ring, rok, rond, rood, rook, rots, roze, rubber, ruiken, ruimte

S

samen, sap, schaap, schaar, schaduw, scheiden, scherp, schetsen, schieten, schijnen, schip, school, schoon, schouder, schreeuw, schreeuwen, schrijven, schudden, seconde, sex, signaal, simpel, sinds, slaapkamer, slapen, slecht, sleutel, slim, slot, sluiten, smaak, smal, sneeuw, snel, snelheid, snijden, soep, sok, soms, soort, sorry, speciaal, spel, spelen, sport, spreken, springen, staal, stad, stap, start, station, steen, stelen, stem, stempel, ster, sterk, steun, stil, stilte, stoel, stof, stoffig, stom, stop, storm, straat, straffen, structuur, student, studie, stuk, succes, suiker

T

taal, taart, tafel, tak, tamelijk, tand, tante, tas, taxi, te, team, teen, tegen, teken, tekenen, telefoon, televisie, tellen, tennis, terug, terugkomst, terwijl, test, tevreden, thee, thuis, tien, tijd, titel, toekomst, toen, toename, totaal, traan, tram, trein, trekken, trouwen, trui, tuin, tussen, tweede

U

u, uit, uitleggen, uitnodigen, uitvinden, uitzoeken, uur

V

vaak, vaarwel, vader, vak, vakantie, vallen, vals, van, vandaag, vangen, vanmorgen, vannacht, varken, vast, vechten, veel, veer, veilig, ver, veranderen, verandering, verder, verdienen, verdrietig, verenigen, verf, vergelijkbaar, vergelijken, vergelijking, vergeten, vergeven, vergissen, verhaal, verhoging, verjaardag, verkeerd, verkopen, verlaten, verleden, verliezen, vernietigen, veroveren, verrassen, vers, verschil, verschrikkelijk, verspreiden, verstand, verstoppen, versturen, vertellen, vertrekken, vertrouwen, verwachten, verwijderen, verzamelen, verzameling, vet, vier, vierkant, vies, vijand, vijf, vijver, vinden, vinger, vis, vlag, vlees, vlieg, vliegtuig, vloer, voeden, voedsel, voelen, voet, voetbal, vogel, vol, volgende, volgorde, voor, voorbeeld, voorkomen, voorzichtig, voorzien, vork, vorm, vos, vouwen, vraag, vragen, vrede, vreemd, vreemde, vriend, vriendelijk, vriezen, vrij, vrijheid, vroeg, vroeger, vrouw, vullen, vuur

W

waar, waarom, waarschijnlijk, wachten, wakker, wanneer, want, wapen, warm, wassen, wat, water, we, week, weer, weg, welke, welkom, wens, wereld, werelddeel, werk, west, wetenschap, wie, wiel, wij, wijn, wijs, wild, willen, wind, winkel, winnen, winter, wissen, wit, wolf, wolk, wonder, woord, woud, wreed

Z

zaak, zacht, zak, zand, zee, zeep, zeer, zeggen, zeil, zeker, zelfde, zes, zetten, zeven, ziek, ziekenhuis, ziel, zien, zij, zijn, zilver, zingen, zinken, zitten, zo, zoals, zoeken, zoet, zomer, zon, zonder, zonnig, zoon, zorg, zorgen, zou, zout, zuid, zulke, zullen, zus, zwaar, zwak, zwembad, zwemmen